
De voor- en nadelen van de Europese renteverlaging
Welke maatregelen zijn genomen?
De Europese Centrale Bank (ECB) heeft het belangrijkste rentetarief in maart verlaagd naar 0 procent. Banken in de eurozone kunnen dus gratis geld lenen. Dat was al erg goedkoop toen dat percentage op 0,05 stond.
Daarnaast is de depositorente verder verlaagd van -0,3 naar -0,4 procent. Banken die hun overtollig kasgeld bij de ECB stallen, moeten daarvoor betalen. Nu dus weer iets meer dan voorheen.
De banken klagen al langer over het beleid van de ECB dat de rentes omlaag drukt. Daarmee staat hun verdienmodel onder druk: banken lenen vaak geld met een korte looptijd en lenen dat tegen een hogere rente weer uit voor een langere periode.
Dat was de reden voor centralebankpresident Mario Draghi om een nieuw instrument aan te kondigen: banken die geld willen uitlenen aan bedrijven, kunnen daarvoor terecht bij de centrale bank die hetzelfde leningspercentage hanteert als de depositorente. Aangezien die verder is verlaagd naar -0,4 procent, krijgen banken er geld bij als zij een bedrag lenen.
Tot slot wordt het opkoopprogramma dat sinds maart 2015 loopt, verhoogd met 20 miljard euro waardoor er nu door de ECB iedere maand 80 miljard euro wordt uitgegeven aan staatsobligaties. Er wordt ook gewerkt aan een opkoopprogramma van bedrijfsobligaties, daarover wordt later meer bekendgemaakt.
Wat zijn de voordelen?
De inflatie, het stijgen van de prijzen, moet op jaarbasis net onder de 2 procent zitten. Dat wordt door economen van centrale banken als meest ideaal gezien en is dan ook het belangrijkste doel van de ECB.
Als de inflatie laag is, zoals nu het geval is, bestaat er het risico van negatieve inflatie of deflatie. Bij deflatie dalen de prijzen van producten en lonen voor een langere periode. Dat zit economisch herstel in de weg.
Door geld zo goedkoop te maken voor de banken, moet het aantrekkelijker worden om dat uit te lenen aan consumenten en bedrijven. Als dat op grote schaal gebeurt, kan dat het kwakkelende economische herstel in de eurozone een duw in de rug geven.
Ook landen met een (hoge) staatsschuld profiteren. De rente die overheden moeten betalen voor staatsobligaties dalen tot een historisch laag niveau. En wie nu een hypotheek afsluit, krijgt eveneens de mogelijkheid tegen een laag tarief geld te lenen.
Wat zijn de nadelen?
De lage rentestanden drukken ook de spaarrentes naar beneden. Bij de vier grootste banken in Nederland, ABN Amro, ING, Rabobank en SNS Bank, krijgen spaarders inmiddels minder dan 1 procent retour.
Ook pensioenfondsen zijn de dupe. Die moeten door de lage rentestand mogelijk gaan korten. Fondsen zijn verplicht staatsobligaties aan te houden in hun beleggingsportefeuille, daar ontvangen zij nu bijna geen rendement op.
Er wordt ook gewaarschuwd dat gratis geld voor zogenoemde zeepbellen op de aandelenmarkt en huizenmarkt zal leiden.