Er is geen gelicenseerd medicijn tegen ebola.

Veel van de mensen die besmet raken, komen om. Gewoonlijk sterft na een uitbraak meer dan de helft van de patiënten, vaak zelfs negentig procent.

Twee Amerikaanse hulpverleners die in augustus besmet raakten zijn echter genezen dankzij het experimentele serum ZMapp. ZMapp was tot op dat moment nog niet eerder op mensen getest. Sindsdien zijn verschillende proeven gestart. 

Ebola komt voornamelijk voor in Centraal- en West-Afrika.

De ebola-epidemie woedt voornamelijk in Guinee, Sierra Leone en Liberia. Ook in andere Afrikaanse landen kwamen gevallen van besmetting aan het licht: in Nigeria, Senegal en Mali.

De Verenigde Staten, Schotland en Spanje kregen ook te maken met ebola-gevallen. 

Vleermuizen worden beschouwd als de natuurlijke drager van het virus.

De verkoop en consumptie van deze specifieke dieren is na de recente uitbraak van ebola dan ook verboden. "Bosvlees", vlees van verschillende wilde dieren, is populair in Centraal- en West-Afrika. 

Uitbraken van het virus ontstaan met name in kleine, afgelegen dorpjes, in de buurt van het regenwoud. Via contact met het bloed, de uitwerpselen en andere lichaamsvloeistoffen van wilde dieren kan ebola worden overgedragen op mensen.

Bekijk een uitlegvideo over ebola:

Het virus wordt van mens op mens overgedragen.

Via direct contact met open wondjes, slijmvliezen en lichaamsvloeistoffen, en na indirect contact met een besmette omgeving wordt het virus onder mensen overgedragen.

Traditionele begrafenisceremonies waarbij het lichaam van een besmette overledene wordt aangeraakt, leiden tot verspreiding van het virus onder mensen.

Twee tot 21 dagen na de besmetting volgen de symptomen.

Besmette mensen krijgen hoge koorts, een gevoel van slapheid, hoofdpijn en een zere keel. Daarna volgen symptomen als braken, diarree, nier- en leverfalen en soms ook inwendige en uitwendige bloedingen. Dikwijls wordt ebola eerst voor malaria aangezien, die ziekte heeft namelijk dezelfde symptomen.

Een patiënt is pas besmettelijk als hij ook daadwerkelijk de symptomen vertoont. Tijdens de incubatieperiode kan hij andere mensen niet besmetten.

Ebola werd voor het eerst geregistreerd in 1976.

In dat jaar waren er twee uitbraken: in Sudan en in de Democratische Republiek Congo. In dat laatste land werden mensen in de buurt van de rivier Ebola ziek; vandaar de naam van het virus.

In 2000 kwamen 425 mensen om in Uganda als gevolg van een ebola-uitbraak. In 2007 stierven honderden mensen in Uganda en in de Democratische Republiek Congo.

In 2014 begon de ebola-uitbraak waarschijnlijk in het regenwoud in Zuidoost Guinee, vermoedelijk na het slachten en eten van besmette wilde dieren. De uitbraak heeft zich vervolgens onder meer door begrafenisrituelen verspreid, waarbij regelmatig veel contact met de overledene is.

Er is doorgaans veel grensverkeer tussen Guinee, Liberia en Sierra Leone. Hierdoor heeft de ziekte zich gemakkelijk kunnen verspreiden.