
Dit is waarom basisschoolleraren staken
Stakingen in het onderwijs zijn schaars. Het veelgehoorde credo is dat leraren niet graag staken omdat ze willen voorkomen dat hun leerlingen lestijd mislopen. Toch is het deze keer anders.
Bijna alle basisscholen deden in juni mee aan de prikactie, een korte werkonderbreking die wel hinder veroorzaakt. De belangrijkste redenen: hoge werkdruk en lage salarissen.
De basisschoolleraren zijn vooral niet te spreken over het grote verschil in salaris vergeleken met onderwijzers uit het voortgezet onderwijs.
Startsalaris
Het startsalaris ligt daar 7 procent hoger dan de 2.436 euro bruto die de docenten in het primaire onderwijs ontvangen. Volgens vakbond AOB en de werkgeversorganisatie PO-raad kan dit oplopen tot 21 procent. Waar het salaris van middelbare school-docenten kan groeien tot 4.639 euro bruto is het maximale salaris van basisschoolonderwijzers 3.826 euro bruto.
Vanwege dit grote verschil roept PO in Actie dat de leraren ook minder lestijd moeten krijgen. "Twintig procent minder lestijd omdat leerkrachten op basisscholen twintig procent minder salaris krijgen", aldus de actiegroep.
De onderwijsvakbond en PO in Actie willen dat bassischoolleraren net zoveel verdienen als docenten in het voortgezet onderwijs.

Juf Maike: landelijke prikactie leraren is bittere noodzaak
Werkdruk
"Onderwijs is het fundament van onze samenleving, maar de kwaliteit staat onder druk", stelt PO in Actie die vindt dat het beroep van leraar onaantrekkelijker is geworden. En dat komt volgens de actiegroep vooral door de hoge werkdruk waarmee onderwijzers te maken krijgen.
Leraren hebben te weinig tijd om lessen voor te bereiden, moeten veel administratie doen en staan voor te grote klassen. De arbeidsvoorwaarden in het basisonderwijs zijn ook niet goed. Uit onderzoek van TNO blijkt dat met 20,2 procent van de werknemers die aangeeft last te hebben van een burn-out, het onderwijs veruit bovenaan staat. De sector industrie is met 15,7 procent tweede in dat lijstje van TNO.
Lerarentekort
Dit samen zijn volgens de actievoerders de redenen voor een groot lerarentekort in het basisonderwijs, dat de komende jaren nog verder dreigt op te lopen. Op dit moment is het tekort ongeveer negenhonderd onderwijzers. In het ergste geval zal dit oplopen tot een tekort van bijna vijfduizend docenten in 2021, volgens het onderzoeksinstituut Centerdata.
Op de onderwijsopleiding Pabo zitten steeds minder studenten, daarnaast daalt het percentage van afgestudeerden die in het onderwijs terechtkomen ook zienderogen.
Prikactie
En daarom moet het anders volgens AOB en PO in Actie. Ze kozen als aftrap bewust voor een prikactie. De organisaties willen eerst draagvlak creëren en niet direct het hele land platleggen.
Mogelijk heeft de prikactie in juni al effect bewerkstelligd. Demissionair vicepremier Lodewijk Asscher dreigde met een kabinetscrisis als op Prinsjesdag geen extra salaris voor docenten in de begroting werd opgenomen. De VVD stelde het bizar te vinden dat coalitiepartner PvdA zulke eisen stelde - een demissionair kabinet neemt doorgaans geen grote besluiten meer.
Wandelgangen
Maar in de wandelgangen wordt toch gezegd dat Asscher zijn zin gekregen heeft. De twee demissionaire coalitiepartijen zouden samen met de onderhandelaars aan de formatietafel een accoord hebben bereikt over een structurele loonsverhoging voor basisschooldocenten. Dit ondanks eerdere uitspraken van staatssecretaris Sander Dekker dat hier geen enkele ruimte voor zou zijn.
Mocht de loonsverhoging op Prinsjesdag toch uitblijven, dan volgen spoedig langere werkonderbrekingen, laten de vakbonden weten. Eerst een paar dagen en vervolgens mogelijk een week.