
Wat is majesteitsschennis?
In het Wetboek van Strafrecht staan drie wetsartikelen waarin majesteitsschennis wordt omschreven:
Artikel 111: Opzettelijke belediging van de Koning wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaar of een geldboete van de vierde categorie (met een maximum van 20.250 euro).
Artikel 112: Opzettelijke belediging van de echtgenoot van de Koning, van de vermoedelijke opvolger van de Koning, van diens echtgenoot, of van de Regent, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar of een geldboete van de vierde categorie.
Artikel 113: Hij die een geschrift of afbeelding waarin een belediging voorkomt voor de Koning, de echtgenoot van de Koning, de vermoedelijke opvolger van de Koning, diens echtgenoot of de Regent, verspreidt, openlijk tentoonstelt of aanslaat of, om verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen te worden in voorraad heeft, wordt, indien hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat in het geschrift of de afbeelding zodanige belediging voorkomt, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie (met een maximum van 8.100 euro).
Vervolging
Lang niet alle zaken leiden tot een vervolging omdat rechters het recht op vrijheid van meningsuiting belangrijker achten en omdat kritiek op een lid van de regering volgens Europese rechterlijke uitspraken heviger mag zijn dan kritiek op gewone burgers.
Tussen 2000 en 2012 werden achttien zaken door het Openbaar Ministerie (OM) ingeschreven, waarvan bijna de helft tot een veroordeling heeft geleid. Het gaat om vijf geldboetes, drie (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraffen en één veroordeling in de categorie 'overige straf’.