
Dassen zijn slechte jagers maar de populatie in Nederland groeit gestaag
In Nederland zit de das vooral in Oost-Nederland. Ook leeft hij in het zuiden en het midden van Nederland. De Veluwe, het oosten van Noord-Brabant en Zuid-Limburg tellen de meeste dassen. Verder komt de das in bijna heel Europa voor en leeft het dier ook in delen van Azië.
Een das kan 80 centimeter groot worden en is een van Nederlands grootste landroofdieren.

De dassenpopulatie in Nederland groeit gestaag na moeilijkere tijden. In 1960 waren er nog maar zo'n twaalfhonderd dassen, omdat er flink op gejaagd werd. Na strengere wetgeving voor de bescherming van de das groeide dat aantal uit tot ongeveer zesduizend dassen nu.
Friso Derikx, voorzitter van Stichting Dassenwerkgroep Brabant, ziet dat dassen op steeds meer plekken in Nederland voorkomen. "En dus kunnen ze op grotere schaal voor overlast zorgen."
Dassen zijn flinke gravers en bouwen burchten van soms wel tientallen meters lang. De dassen maken de gangenstelsels het liefst in rustige gebieden, vertelt Jaap Dirkmaat, voorzitter van Stichting Das&Boom. In dijken of in de hellingen bij het spoor bijvoorbeeld.
"De gangen van een burcht kunnen op den duur ook instorten", zegt Dirkmaat. "Als meerdere tunnels instorten, kan de treinrails boven de burcht verzakken."
De dassenburcht is net als de das zelf wettelijk beschermd, dus mogen ze niet zomaar worden weggehaald. Burchten kunnen wel honderden jaren oud zijn. Generaties dassen kunnen dezelfde burcht bewonen, die telkens wat wordt uitgebreid.
Ondergronds zijn verschillende kamers die bedekt worden met blaadjes. Er wordt niet getoiletteerd in de burcht. Dat doen de dassen buiten. Zo bakenen ze hun territorium af. Een dassenburcht heeft meerdere ingangen die meters uit elkaar kunnen liggen.
Sommige burchten worden slechts door twee dassen bewoond, andere door wel twintig. Vooral in de winter brengen de dieren veel tijd door in hun burcht, hoewel ze geen winterslaap houden.

Hoewel een das officieel een roofdier is, staat hij niet bekend om zijn jachtinstinct. Dassen schuiven luidruchtig met hun neuzen over de grond, wat veel diertjes de kans geeft om te vluchten. Alleen het langzaam bewegende voedsel blijft over, zoals regenwormen. Wormen komen 's nachts zelf naar het aardoppervlak.
Als het droger is en de regenwormen dieper in de grond blijven zitten, gaan dassen op zoek naar ander eten. In het voor- en najaar leven er larven direct onder het gras die ze kunnen eten. Verder eet een das bosvruchten, eikels, slakken en paddenstoelen.
De das laat niet vaak van zich horen. Als een das opgewonden raakt, kan hij mekkeren, snuiven en grommen. Wanneer een das hard schreeuwt, is hij waarschijnlijk bang, bezeerd of in een gevecht beland.
Natuurlijke vijanden heeft de das niet. Het verkeer is in Nederland verantwoordelijk voor de dood van vijftienhonderd dassen per jaar.

NUjij: Uitgelichte reacties