Als de apen aan hun soortgenoten willen overbrengen dat voedsel ver weg ligt, heffen ze hun armen iets omhoog en openen ze hun mond. Dat melden Japanse onderzoekers in het wetenschappelijk tijdschrift Biology Letters. 

De bevinding bewijst dat de apen het concept "afstand" niet alleen begrijpen, maar het ook kunnen duidelijk maken aan soortgenoten. 

Bij hun experiment namen de wetenschappers in gevangenschap levende chimpansees aan de Universiteit van Kyoto mee naar een gebied met twee picknicktafels buiten hun verblijf. Daar kregen de dieren een stukje banaan te zien. Soms lag dit stukje op de een tafel die dichtbij het apenverblijf, maar soms lag het voedsel ook op een tafel die wat verder weg stond.

Uiteindelijk werden de chimpansees teruggeleid naar hun verblijf. Daar kregen ze bezoek van een tweede onderzoeker die hen met handgebaren vroeg of ze trek hadden in het stukje banaan dat ze zojuist hadden gezien.

De chimpansees reageerden allemaal enthousiast en maakten duidelijk dat ze het voedsel graag wilden hebben. Uit een video-analyse van de interactie bleek echter dat er subtiele verschillen zaten in de gebaren die ze maakten. De apen die een stukje banaan op de verste picknicktafel hadden gezien, brachten hun armen iets omhoog. Ook openden ze hun mond een stukje.

Chimpansees die een stukje banaan op de dichtstbijzijnde picknicktafel hadden zien liggen, hieven hun armen niet omhoog. Ook hielden ze hun mond niet open.

Volgens de onderzoekers gebruiken de apen het armgebaar en de bijbehorende monduitdrukking alleen als ze willen aangeven dat iets op een flinke afstand ligt, zo meldt nieuwssite Phys.org. Het is voor het eerst dat is aangetoond dat chimpansees specifieke gebaren voor afstand hebben.