Sinds vorige maand zet het OM flexflitsers in voor het handhaven van de maximum snelheid. Deze flitspalen staan twee maanden op één plek, en worden daarna verplaatst naar de volgende locatie. De apparatuur rouleert in Nederland over zo'n 150 locaties waar een maximum toegestane snelheid geldt van 50, 70 of 80 kilometer per uur.

Het OM bepaalt aan de hand van informatie van wegbeheerders en politie de locaties van de flexflitsers. Naast snelheidsovertredingen zijn onder meer risicofactoren zoals kruisend (fiets)verkeer en het aantal en de ernst van de ongevallen van belang. De wegbeheerders, bijvoorbeeld gemeenten en provincies, kunnen mogelijk geschikte locaties aandragen bij de politie. Het team verkeer van de regionale eenheden van de politie bespreekt de lijst met potentiële locaties met het OM.

Volgens het OM is de flexflitser hufterproof ('De flexflitser is van dik staal gemaakt en zeer robuust') en wordt continue bewaakt met een andere camera die opnamers maakt als iemand zich lang dichtbij de flitser bevindt.

Bij een overtreding wordt een foto gemaakt van het kenteken, en deze wordt direct doorgestuurd naar het CJIB in Leeuwarden waar de boete wordt verwerkt.