
Van Gogh-schilderij geveild voor recordbedrag van 31 miljoen euro
Veilinghuis Christie's meldt dat het werk ruim twee keer zo veel opleverde als La moisson en Provence, een werk van Van Gogh dat in 1997 voor bijna 15 miljoen dollar werd verkocht. De verkoop overtrof ook de verwachtingen van experts, die dachten dat het werk 25 miljoen euro zou kunnen opbrengen.
De Nederlandse kunstenaar (1853-1890) maakte het doek in 1888 toen hij in Arles, in het zuiden van Frankrijk, woonde. In 1913 werd het gekocht door Max Meirowsky, een Duitse Jood met een enorme kunstcollectie die het in 1938 in bewaring gaf aan een Duitse kunsthandelaar in Parijs, voordat hij vanwege de Jodenvervolging naar Amsterdam vluchtte.
Vervolgens kwam het werk in het bezit van Alexandrine de Rothschild, lid van een Joodse bankiersfamilie. De nazi's namen het werk in beslag. Daarna was het decennialang spoorloos, totdat het in 1978 opdook en werd gekocht door de Amerikaanse oliemagnaat Edwin L. Cox.
Na de dood van de oliemagnaat kwamen de families Cox, Meirowsky en Rothschild vorig jaar tot een overeenkomst, waardoor ze ieder een deel van de opbrengst van de verkoop krijgen.
De laatste keer dat het doek publiekelijk te zien was, was meer dan honderd jaar geleden op een tentoonstelling in het Amsterdam Stedelijk Museum.