
75 jaar Freek de Jonge: 'Ga niet ingewikkeld doen over de dood'
De Jonge wordt op 30 augustus 1944 geboren in het Groningse Westernieland. Als zoon van een hervormd predikant vergezelt hij zijn vader vaak op weg naar kerken in de omgeving. Het prediken loopt als een rode lijn door de familie. Ook opa preekt op zondag en brengt doordeweeks huisbezoeken aan hen die het woord van de Heer nodig hebben.
In zijn biografie zegt De Jonge daarover: "Mijn grootvader, met dat diepgewortelde geloof, ontwikkelde zich tot onbevangen preker. Mijn vader, met zijn academische graad, plaatste de eerste kanttekeningen en relativeringen bij dat geloof. En voor mij was het dus in de volgende fase logisch om dat geloof te ontkennen, maar wel de traditie van het gesproken woord voort te zetten."
Als De Jonge elf jaar oud is, begint het voortzetten van die traditie vorm te krijgen. Na omzwervingen heeft het gezin zich in Zaandam gevestigd en De Jonge geeft zijn eerste optreden op de zogeheten aspirantenfuif van het Zaans Lyceum.
"Ik kreeg de zaal volledig plat, een onwaarschijnlijke triomf was het. Niet alleen in mijn eigen herinnering, maar ook van anderen die ik erover sprak. Het was een euforie waarin ik nog weken heb verkeerd en het was ook het moment dat ik besefte dat ik die kant op moest, misschien wel omdat ik nog niet precies wist wat ik wilde", aldus De Jonge in diezelfde biografie.
Neerlands Hoop met Bram Vermeulen
In 1965 belandt hij op 21-jarige leeftijd in Amsterdam. De stad vormt het decor voor misschien wel het belangrijkste kantelpunt in zijn leven; de ontmoeting met Bram Vermeulen, met wie hij later het cabaretduo Neerlands Hoop in Bange Dagen opricht. In 1969 - De Jonge heeft dan al lang de hoop opgegeven een studie af te ronden - gaat hun eerste avondvullende voorstelling in première.
Neerlands Hoop in Bange Dagen kenmerkt zich door maatschappijkritische bespiegelingen. Bijvoorbeeld door het Nederlands elftal (tevergeefs) in 1978 op te roepen niet deel te nemen aan het WK voetbal in Argentinië, omdat het land op dat moment bestuurd wordt door een dictatoriaal regime. Terwijl De Jonge de teksten voor zijn rekening neemt, legt Vermeulen zich toe op de muzikale omlijsting en de opbouw van de voorstellingen. Het duo wordt razend populair. De in grappen verpakte meningen uit de voorstellingen leggen de basis voor maatschappijbrede discussies.
Het einde van Neerlands Hoop was niet glorieus
Maar de twee ego's botsen steeds vaker en op 23 december 1979 geeft het duo zijn laatste voorstelling. "Natuurlijk denk ik soms met weemoed terug aan onze jaren. Het einde was niet glorieus. Je zou in je leven wat zaken netter willen achterlaten. Dit was sneu, gewoonweg jammer", zegt De Jonge in een interview in AD. Vermeulen overlijdt op 4 september 2004 onverwacht aan een hartstilstand, op 57-jarige leeftijd.
De Jonge berust in het vertrouwen dat hij het ook in zijn eentje kan. Hij bewijst zijn gelijk in 1980 met De Komiek, zijn eerste solovoorstelling. Het is de start van een bijna ontelbare reeks succesvolle solovoorstellingen, met in 1982 ook zijn eerste oudejaarsconference De Openbaring. Daarnaast begint hij met het schrijven van romans, waaronder Zaansch Veem en Neerlands Bloed, en duikt hij zo nu en dan op in televisieprogramma's. Televisie geeft De Jonge niet alleen de kans zijn voorstellingen en ideeën toe te lichten, maar biedt hem ook de mogelijkheid zich afzijdig van het toneel te profileren. Met wisselend succes.
Ruzie met Marc-Marie Huijbregts
In De Wereld Draait Door krijgt De Jonge in 2008 ruzie met Marc-Marie Huijbregts, nadat De Jonge zegt dat hij het publiek van zijn collega niet bij zijn eigen voorstellingen zou willen hebben. In datzelfde jaar valt De Jonge in een uitzending van Pauw & Witteman misdaadverslaggever Peter R. de Vries aan, omdat deze volgens hem amusement maakt van de zaak-Joran van der Sloot.
"In heel korte tijd is mijn imago veranderd. Terwijl ik nu vijftig jaar aan de weg timmer met tamelijk vrolijk genuanceerd maatschappijkritisch cabaret. Ik weet dat ik soms een drammerige mening heb, maar op het toneel los ik het altijd op met een kwinkslag”, blikt De Jonge daar vorig jaar in een interview met de Volkskrant op terug.
De wereld draait door en ook de cabaretier blijft zichzelf vernieuwen. In het najaar van 2018 zitten De Jonge en zijn vrouw Hella gedurende zes weken in het Groninger Museum. Zes dagen per week, zes uur per dag. Ze voeren performances op, tonen oud werk en gaan in gesprek met bezoekers.

Freek en Hella de Jonge (Foto: Bruno Press)
Nieuwe theatertournee De Suppoost
Het vormt de opmaat voor De Jonges theatertournee De suppoost. Hoewel hij nog genoeg te vertellen heeft, wordt presteren op het toneel moeizamer, zegt hij begin dit jaar in gesprek met cabaretrecensent Gidi Heesakkers van de Volkskrant.
"Soms moet ik wachten tot het juiste woord me te binnen schiet. Als je jong bent, wordt de tijd gefrustreerd doordat je te snel wil, geen rust hebt; naarmate je ouder wordt, wil je soms te snel voor het tempo dat je aankan. (…) Zonder het al te zeer op de spits te drijven: ik word zo langzamerhand uitgeschakeld. Het is onherroepelijk duidelijk dat ik bezig ben de zaak af te ronden."
Eind september staat De Jonge nog twee keer in Carré met voorstelling De Canon, waarin hij zijn grote verhalen speelt. Dat dat het laatste wapenfeit van De Jonge zal zijn, lijkt niet aannemelijk. "Ik was ooit op een cabaretgala waar Freek een optreden verzorgde", zegt cabaretière Eva Crutzen in de VARA Gids van deze week. "Daarna moest hij vertrekken. Vervolgens kwam hij nog een keer of zes terug. Ik denk dat het met zijn carrière niet anders zal gaan."
