
Wat is opruiing precies? En is het lastig om iemand daarvoor te veroordelen?
Dit bericht verscheen eerder op NU.nl en is op maandag 21 november aangepast aan de actualiteit.
Opruiing wordt genoemd in artikel 131 van het wetboek van strafrecht. Daar staat: iemand die "het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, tot enig strafbaar feit of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag opruit". Simpel gezegd: anderen aanmoedigen om iets strafbaars te doen.
Maar in de praktijk zitten er best wat haken en ogen aan die wettekst, legt universitair hoofddocent Marloes van Noorloos van Tilburg University uit. "Justitie hoeft niet te bewijzen dat iemand daadwerkelijk strafbare feiten heeft gepleegd als gevolg van jouw uitingen", legt ze uit. "Maar de vraag óf iemand heeft aangezet tot strafbare feiten laat wel ruimte voor een enorm grijs gebied."
Een rechter bekijkt altijd wat de context is van een mogelijk opruiende tekst, aldus Van Noorloos. "Wat is er gezegd, wat is er éérder al gezegd door die persoon? Wat was de aanleiding? Het kan ook zijn dat meerdere uitingen tot een bepaald patroon van opruiing leiden." Zij vermoedt dat dit in het geval van Engel aan de hand is. Engel deelde gedurende langere tijd kritische berichten over het coronabeleid via sociale media.
'Oproep tot besmetten kan oproep tot mishandeling zijn'
Engel had het er bijvoorbeeld over dat zijn volgers andere mensen zouden moeten besmetten met corona. "Je mag het natuurlijk niet eens zijn met de coronaregels", duidt de strafrechtdeskundige. "Maar anderen doelbewust besmetten met een virus, kan worden gezien als poging tot zware mishandeling. Dan wordt zo'n oproep mogelijk gezien tot opruiing, al hangt ook dat weer af van hoe hij het precies verwoord heeft."
Opruiing en het aanzetten tot haat of discriminatie (wat Geert Wilders ten laste werd gelegd in het 'minder Marokkanen-proces') liggen in elkaars verlengde, maar zijn niet hetzelfde.
"In het geval van haatzaaien moet een verdachte doelbewust aanzetten tot opruien tegen een bepaalde groep", legt Van Noorloos uit. "Het gaat dan om aanzetten tot haat op basis van ras, godsdienst of levensovertuiging, geslacht, seksuele gerichtheid of handicap. Het is niet strafbaar om iemand te haten, dat mag. Maar het aanzetten tot die haat kan dat wel zijn."

Bekijk de arrestatie van Viruswaarheid-voorman Willem Engel
En de vrijheid van meningsuiting dan?
Er bestaat altijd een spanningsveld tussen het aanklagen van iemand wegens opruiing en het beschermen van diens vrijheid van meningsuiting, erkent de universitair hoofddocent.
"Een rechter moet altijd bepalen waar de grens loopt. In het Europees verdrag voor de mensenrechten staat wat een reden kan zijn om de vrijheid van meningsuiting minder belangrijk te vinden. Het moet in verhouding zijn: bijvoorbeeld als ernstige strafbare feiten moeten worden voorkomen, of zelfs als de nationale veiligheid in het geding komt." Dit kan bijvoorbeeld spelen als wordt aangezet tot het thuis opzoeken van politici.
Het maakt ook uit of een tekst duidelijk satirisch of ironisch bedoeld is. "Als duidelijk is dat een mogelijk opruiende uiting onderdeel is van een column, dan kan de rechter het recht op vrijheid van meningsuiting zwaarder laten wegen", noemt Van Noorloos als voorbeeld. Wat ook meetelt is tot welk strafbare feit een opruiing zou kunnen aanzetten. "Voor het aanzetten tot mogelijke moord wordt een hogere straf opgelegd dan het aanzetten tot iets minder ernstigs."
'Goed als de rechter zich een keer uitspreekt'
Het wetsartikel tegen opruiing staat al vanaf eind negentiende eeuw in het wetboek van strafrecht. Het artikel wordt de laatste decennia met enige regelmaat gebruikt in terrorismezaken, vertelt de strafrechtgeleerde. "Een interessante vraag die regelmatig langskomt, is wanneer een IS-sympathisant aanzet tot nieuwe aanslagen. Moet er daarvoor een concrete oproep worden gedaan, of is het zwaaien met een IS-vlag al voldoende om binnen die definitie te vallen?"
Van Noorloos hoopt dat de zaak tegen Engel die vandaag dient enige duidelijkheid op het gebied van wetgeving over opruiing oplevert. "De afgelopen jaren wordt regelmatig gediscussieerd over waar de grens ligt", legt ze uit. "Er zijn recent voldoende incidenten geweest die daar aanleiding voor gaven: denk aan politici die thuis werden bezocht, of de GGD-teststraten die door tegenstanders zijn vernield. Het is goed als een rechter daar in een grote zaak als deze zijn licht over laat schijnen."