Zeventien bewoners en achttien medewerkers van verpleeghuis De Tweemaster raakten in juni besmet, terwijl het personeel chirurgische mondmaskers droeg. Alleen in de pauzes gingen de maskers af. Zes bewoners overleden aan COVID-19.

Omdat het aantal besmettingen door onbekende oorzaak snel steeg, werd het ventilatiesysteem in de gedeelde woonkamer onderzocht. Deeltjes van het coronavirus zouden toen zijn aangetroffen op onderdelen van het systeem dat lucht door één ruimte laat circuleren.

"De combinatie van bevindingen (…) zijn suggestief voor een verdere verspreiding van het SARS-CoV-2-virus door een ventilatiesysteem", citeert de Volkskrant. SARS-CoV-2 is het specifieke type coronavirus dat momenteel wereldwijd rondwaart.

Het RIVM laat NU.nl donderdag weten dat er inderdaad virusdeeltjes zijn aangetroffen in een ventilatiesysteem. Een causaal verband tussen het systeem en de besmettingen is echter nog niet aangetoond. De uitslag van een vervolgonderzoek wordt nog afgewacht.

De Volkskrant schrijft ook dat de bevindingen van 23 juli zijn besproken door het RIVM. In de week daarop zou de richtlijn voor ventilatie zijn aangepast, maar dit klopt volgens een RIVM-woordvoerder niet. "Daar had deze casus niets mee te maken", zegt hij.

Over systemen zoals die in Maassluis wordt gemeld dat de "verspreiding van zowel druppels als eventuele aerosolen verder dan 1,5 meter niet uit te sluiten is". Hierbij wordt ook gemeld dat bewijs nog ontbreekt.

Het RIVM adviseert uit voorzorg recirculatie binnen één ruimte waarin meerdere personen gedurende langere tijd samen zijn "zo veel mogelijk te vermijden". Ook wordt geadviseerd de lucht in de ruimte voldoende te verversen door bijvoorbeeld een raam open te zetten, omdat bij recirculatie alleen gebruikgemaakt wordt van de lucht die al in de ruimte aanwezig is.

Een groep van 239 wetenschappers schreef vorige maand in een open brief aan gezondheidsorganisatie WHO dat ventilatie een rol kan spelen bij de verspreiding van het coronavirus, omdat ook kleine druppels het virus kunnen overdragen. Zowel de WHO als het RIVM richt zich bij het voorkomen van verdere verspreiding op grote druppels. Die komen vrij als iemand bijvoorbeeld niest.