
'Logistieke wereld nog niet klaar om coronavaccin te verschepen'
Wereldwijd werken farmaceutische bedrijven en onderzoekers hard aan mogelijke vaccins tegen COVID-19. Een aantal bedrijven hoopt voor het einde van het jaar een beperkte hoeveelheid van een eerste vaccin op de markt te hebben.
Maar een eerlijke verdeling van dat vaccin over de hele wereld wordt zeer lastig, aldus vervoersbedrijven en onderzoekers tegen Bloomberg. Zij zeggen dat er een gecoördineerde wereldwijde strategie nodig is.
Hoogleraar logistiek Jan Fransoo aan de Kuehne Logistiek-Universiteit bevestigt tegen NU.nl dat het verschepen van het vaccin een grote uitdaging wordt, met name naar armere landen. Door de coronacrisis zijn de prijzen van luchtvervoer namelijk ongeveer verdrievoudigd, omdat het aantal passagiersvluchten is afgenomen.
Een groot deel van de goederen in vliegtuigen wordt in de laadruimte van passagiersvluchten verscheept. En het tekort hieraan stuwt de prijs op. "Die prijzen kunnen weleens een probleem worden", zegt Fransoo. "Vluchten naar Europa, Azië en de Verenigde Staten zijn weer aan het herstellen, maar in Latijns-Amerika en Afrika is dat nog lang niet het geval."
"We zijn niet pro-actief aan het plannen voor de distributie van een vaccin. Vervoerders en producenten staan niet genoeg met elkaar in verbinding", zegt Michael Steen van Atlas Air Worldwide tegen Bloomberg.
Gekoeld luchtvervoer is groot probleem
Maar de grootste uitdaging ligt volgens Fransoo in het gekoeld verschepen van vaccins. Veel van de vaccins in ontwikkeling moeten van producent naar bestemming gekoeld blijven. Een kleine afwijking kan de hele lading bederven. Sommige varianten moeten zelfs op een temperatuur van -80 graden gehouden worden.
"Gekoeld luchtvervoer is over het algemeen een groot probleem omdat goederen vaak op het vliegveld blijven staan, ook in Europa", zegt Fransoo. "En in minder ontwikkelde gebieden is dit alleen nog meer het geval".
Fransoo zegt dat er wel manieren zijn om de vaccins koud te houden met speciale koelboxen op batterijen of netstroom. Maar beiden zijn duur en stroom is niet altijd voldoende voorhanden in ontwikkelingslanden. De hoogleraar ziet daarom een rol weggelegd voor de Verenigde Naties en het World Food Program, die veel ervaring hebben met logistiek vervoer naar ontwikkelingslanden.
Tegen Bloomberg zeggen de bedrijven dat er voor vervoerders, farmaceuten en regeringen nog voldoende tijd is om een strategie uit te stippelen, maar dat dit wel snel moet gebeuren.
NUjij: Uitgelichte reacties