
Rijkskletskoek en de balans tussen autoriteit en vriendelijkheid
U heeft het wellicht gemist, maar afgelopen donderdag verscheen in de Staatscourant de langverwachte Regeling auteursrechtelijk voorbehoud op een beeldmerk en huisstijl. Door de Regeling te publiceren zorgt de regering ervoor dat het nieuwe Rijksoverheid logo vanaf 21 juni onder het gewone auteursrecht valt, ondanks het normale uitgangspunt dat door de overheid gepubliceerde werken auteursrechtvrij zijn.
Aansmeren
Het nieuwe logo wordt, zoals dat heet, rijksbreed ingevoerd. Het moet afgelopen zijn met die logo-incontinentie, waarbij elk overheidsdienstje zich om de zoveel jaar een eigen huisstijl laat aansmeren.
Volgens het kabinet is “nadrukkelijk de keuze gevallen op een logovoorstel dat sober is in zijn uitwerking. De neutraliteit en continuïteit van de Rijksoverheid wordt daarmee verbeeld.” Inderdaad, het is een leeuw geworden.
Communicatie-experts
Het weinig memorabele ontwerp is na een Europese aanbesteding gegund aan Studio Dumbar, dat daarvoor 60.000 mocht declareren. De teleurgestelde verliezers mochten elk 10.000 euro declareren, aldus het antwoord van premier Balkenende op Kamervragen van de SP uit januari.
Het ontwerp werd volgens de premier geselecteerd door “een interdepartementaal team van communicatie-experts, de interdepartementale gunningcommissie en eerstbetrokken bewindslieden.” Daarnaast zijn alle logovoorstellen onderworpen aan “kwalitatief publieksonderzoek,” waarbij lijders aan slapeloosheid kennelijk oververtegenwoordigd waren.
Algemeen belang
Hoewel het logo dus sinds deze week niet meer mag worden gekopieerd, geldt dat gelukkig niet voor de Regeling zelf: wet- en regelgeving is per definitie auteursrechtvrij. Vandaar dat ik enkele parels uit de toelichting op het nieuwe ontwerp met u mag delen.
In de Regeling legt de regering uit hoe de nieuwe huisstijl eruit ziet en hoe die zal worden gebruikt: “Het beeldmerk bevat een lint met een uitgespaarde illustratie geïnspireerd op het Rijkswapen. Het lint staat voor het algemeen belang, de maatschappij.” Tot zover geen vragen.
Heraldische wetten
Daarna wordt duidelijk dat de regering niet alleen aan de kleintjes heeft gedacht: “Belangrijk om te melden is dat in samenspraak met de Hoge Raad van Adel het beeldmerk voldoet aan de heraldische wetten.” Gelukkig maar! Stel je voor zeg, een rijksbeeldmerk dat indruist tegen de aristocratische natuurwet.
Vervolgens wordt de architectuur van het nieuwe merk uiteengezet. Pardon? Jawel, er is sprake van een Afzenderstructuur. Die bestaat uit drie Lagen. Laag 1 heet Moeder en ziet op de Rijksoverheid. Laag 2 heet Dochters en ziet op de ministeries. Laag 3 zijn de Kleindochters, dat wil zeggen de diensten en agentschappen, zoals Rijkswaterstaat.
Bescheiden
Nog mooier wordt het bij de beschrijving van de wijze waarop het nieuwe logo zal worden toegepast: “De overheid neemt een centrale plaats in de samenleving in en staat boven alle partijen, maar stelt zich bescheiden op in haar communicatie. Het logo wordt consistent op het exacte midden van een vlak, bovenaan, geplaatst. Dit is een zeer herkenbare plaatsing, wat bij consistent gebruik een grote herkenbaarheid zal krijgen. Daarentegen is de maatvoering weer bescheiden, wat het geheel relativeert. Hierdoor ontstaat de juiste balans tussen autoriteit en vriendelijkheid.”
De regering heeft dus voor slechts 60.000 euro een autoritair-vriendelijke oplossing voor de rijksbrede logo-incontinentie op de kop getikt. Een stukje overheidsbescheidenheid naar de burger toe, daar is nooit iemand slechter van geworden.
En nu wil ik graag even een luid applaus voor de interdepartementale prachtcommissie die deze weergaloze toelichting heeft opgetekend.