
Bel me niet, we weten al wat u zegt
Kerstboom
Het wetsvoorstel heet 'Wijziging van de Telecommunicatiewet i.v.m. o.a. instelling van een antenneregister en uitbreiding verbod verzenden ongevraagde elektronische communicatie'.
Zoals die naam al suggereert is het een onleesbare veegwet, een ratjetoe aan kleinere aanpassingen van de Telecommunicatiewet om tegemoet te komen aan wensen en wensjes van verschillende Kamerleden, consumentenorganisaties en opsporingsdiensten. Staatssecretaris Heemskerk sprak tijdens de behandeling zelfs van "een kerstboom waar wij nog een aantal ballen aan hebben kunnen hangen". Hij moet een zware feestmaand achter de rug hebben.
Beroepsvoordeeltje
Justitie krijgt als verlaat kerstcadeau de gewenste ruimere bevoegdheden om met een zogenoemde IMSI-catcher nep gsm-zendmastje te spelen en daarmee alle mobiele telefoons in de buurt af te luisteren, te lokaliseren en te storen. Niet alleen om strafbare feiten te beëindigen, maar ook om ze te voorkomen of op te sporen.
Mijn verwachting is dat we niets meer zullen horen over deze nieuwe bevoegdheden. Ook niet als nieuwsgierige rechercheurs onder het mom van terrorismepreventie een voorbijrijdende bekende voetballer gaan afluisteren. Zelfs niet als jaloerse agenten gaan controleren of hun vrouw 'veilig thuis' zit zoals ze zegt. Natrekken voor eigen gebruik is immers een 'beroepsvoordeeltje', zo bleek deze week. Alleen het verstrekken van informatie aan derden wordt 'algemeen afgekeurd'.
Gevoelige gegevens
Het was al bekend dat de beschikbaarheid van informatie vanzelf een vraag creëert naar toegang tot de informatie. En dat de invoering van een wettelijke bevoegdheid vanzelf leidt tot het gebruik van die bevoegdheid. Maar het is een gotspe dat het binnen de politie kennelijk acceptabel is om voor privédoeleinden gevoelige gegevens van onschuldige burgers op te vragen.
Het gaat hier om misbruik van verstrekkende wettelijke bevoegdheden, die in de wet zijn opgenomen onder het mom van de bestrijding van terrorisme, kinderporno en mensensmokkel. De meeste aandacht ging echter uit naar de regel in het wetsvoorstel die het 'bel me niet' register instelt. Het bestaande systeem van zelfregulering werkte kennelijk niet, dus komt er een centraal, wettelijk verankerd register voor mensen die niet tijdens het eten gebeld willen worden door een verkoper (m/v).
Het gevreesde amendement
Tijdens de behandeling in de Tweede Kamer werd nog een aantal amendementen aangenomen die de direct marketing branche zelf een 'harde dobber' noemt: "Het gevreesde amendement van SP Kamerlid Gerkens, dat de mogelijkheid wil bieden de consument door het call center in te laten schrijven in het register, is aangenomen."
Alle fracties kunnen dus rekenen. Er zijn inderdaad meer stemmers die zich ergeren aan verkooptelefoontjes dan call-centre medewerkers wiens baan door de nieuwe wet op de tocht staat. Simpel eigenlijk: één call-centre medewerker kan op een beetje een goede avond tientallen mensen bellen.
Het 'tap me niet' register
Het getuigt van verkeerde prioriteiten dat politiek en media zich zo massaal richten op de bestrijding van telefonische verkoop maar de ongemotiveerde verdere uitbreiding van de aftapbevoegdheden van justitie onbesproken laten. Maar ook weer niet verrassend. Iedereen heeft wel eens gebaald van zo'n verveelde student met een hinderlijk verkoopscript.
Als je wordt afgetapt dan merk je daar niks van. Je merkt ook niet of je wordt afgeluisterd omdat je daadwerkelijk van iets ernstigs wordt verdacht, of gewoon omdat de meeluisterende rechercheur vindt dat je een lekker kontje hebt. Want als justitie ooit bekend moet maken wiens mobieltjes met de nieuwe bevoegdheden zijn afgeluisterd, zal meteen duidelijk zijn dat mooie mensen vaker worden afgetapt dan lelijke mensen.