Zangeressen Sabien Bosselaar, Margriet Planting en Dafne Holtland sprongen een jaar geleden in de inmiddels uitpuilende niche die folkpop heet. De samenzang is sprookjesachtig en ze bespelen zelf het traditionele instrumentarium. Een criticaster van Zazí zou kunnen zeggen dat het kunstje wat afgekeken is van Katzenjammer.

Maar Zazí put inspiratie uit een veel breder spectrum aan genres en artiesten, zoals het drietal al liet horen op de titelloze EP die verleden najaar verscheen. De zes nummers van dat schijfje keren terug op deze eerste langspeler, waardoor Siren Song niet zoveel nieuw werk bevat als waar liefhebbers van Zazí op hoopten.

Liedjes als All You Need (een kruising tussen Gabriel Rios en Manu Chao), het ietwat ondeugende Don’t Walk In, de verregende zomerhit Turn Me On en de Noorse vertaling van Harry Chapins Cats In The Cradle klinken nog steeds fris en fruitig. De zes nieuwe opnames liggen dan ook geheel in lijn van de voorgaande zes.

Dat neemt niet weg dat deze liederen toch behoorlijk divers zijn. Het met Fay Lovski geschreven Tour De France is wederom een potentiële zomerhit en lijkt voorbestemd voor de radioverslaggeving van het gelijknamige wielerevenement. Black Irish is een tamelijk conventioneel feestnummer van de Ierse folkband The Devil Makes Three.

De kille folkballad Harvey staat in schril contrast met de van elektronica voorziene opname van Jeanette’s Porqué Te Vás uit 1974 en de feestelijke versie van Jennifer Rostocks middelmatige pophit Du Willst Mir An Die Wäsche. Het heerlijk dromerige, countryachtige titelnummer steekt er met pop en schouders bovenuit. Nu nog een betere zomer.