
De Irakoorlog zorgt na twintig jaar nog altijd voor instabiliteit in de regio
Maandag twintig jaar geleden vielen Amerikaanse en Britse troepen Irak binnen. Militair gezien was dat geen moeilijke opgave. Al op 9 april werd de hoofdstad Bagdad ingenomen. Het standbeeld van dictator Saddam Hussein werd daarbij symbolisch neergehaald.
Slechts veertig dagen later verklaarde de Amerikaanse president George W. Bush dat de hevigste gevechten voorbij waren. Op 23 mei werd het Iraakse leger ontbonden.
De Irakoorlog was onderdeel van de zogenoemde war on terror na de aanslagen op de Twin Towers in New York. Regimes van over de hele wereld, die (zogenaamd) banden onderhielden met terreurnetwerken, moesten worden bestreden volgens de Amerikanen.
De Verenigde Staten beweerden dat Irak massavernietigingswapens had. Dat bleek niet te kloppen.
IS-terreur is een gevolg van de Irakoorlog
Bewijs voor de banden tussen Hussein en terreurorganisatie Al Qaida - een andere beschuldiging van Bush - was er ook niet.
"Integendeel", zegt Nikolaos van Dam, voormalig diplomaat en oud-ambassadeur van Nederland in verschillende landen in het Midden-Oosten, waaronder Irak. "Al Qaida, IS en andere islamisten hadden geen schijn van kans onder Hussein."
Van Dam: "Dankzij de Amerikaans-Britse bezetting kregen terreurorganisaties als Al Qaida juist een kans. Irak werd hun trainingsgrond. De opkomst van IS is een gevolg van de Irakoorlog. IS startte als 'Islamitische Staat in Irak', werd daarna 'Islamitische Staat in Irak en Syrië' en tot slot kortweg 'Islamitische Staat'.
"IS kwam deels voort uit het Iraakse leger en Al Qaida. Na de bezetting hebben de Amerikanen het Iraakse leger ontslagen. Van de ene op de andere dag hadden officieren geen brood meer, of kwamen ze zelfs vast te zitten."
Midden-Oostenexpert Koert Debeuf deelt die analyse. "IS is uiteindelijk het rechtstreekse gevolg van de inval in Irak. Het netwerk groeide in de Amerikaanse gevangenissen in Irak. De generaals en officieren van Hussein zaten daar samen met extremisten vast in Kamp Bucca en de Abu Ghraib-gevangenis. Op die manier is het netwerk dat IS groot zou maken ontstaan."
Internationaal recht ondermijnd in Irak
Al tijdens de oorlog werd duidelijk dat in deze gevangenissen sprake was van martelingen - een schending van het oorlogsrecht.
Volgens Debeuf is het belangrijkste gevolg van de Irakoorlog een gigantische val van de geloofwaardigheid van het Westen, en vooral van de VS. "De geclaimde morele autoriteit van de Amerikanen op het vlak van mensenrechten is in Irak gesneuveld."
"Vanuit het oogpunt van een heel groot deel van de wereld was de Irakoorlog precies hetzelfde als de illegale Russische oorlog in Oekraïne", zegt Debeuf.
Ook Van Dam vindt dat de Irakoorlog een slecht voorbeeld gaf en het hele systeem van internationaal recht ondermijnde. "De Amerikanen hebben een enorme dosis boter op hun hoofd. Volgens het internationaal recht hadden ze die machtiging om Hussein af te zetten helemaal niet."
"In beide gevallen (Rusland en Irak, red.) is er sprake (geweest) van grove fouten en oorlogsmisdaden. Niet om Rusland ook maar enigszins vrij te pleiten, integendeel, maar laat het Westen zelf ook eens in de spiegel kijken", zegt Van Dam.
Vergelijking met Poetins oorlog
De vergelijking met de oorlog in Oekraïne wordt vaker gemaakt. Terry Gill, emeritus hoogleraar militair recht aan de Universiteit van Amsterdam en de Nederlandse Defensieacademie vindt de vergelijking een afleidingsmanoeuvre van de Russen.
Hij ziet de Irakoorlog wel als smet op het blazoen van de VS. "Maar dat wil niet zeggen dat je geen recht van spreken meer hebt."
"Op dit moment wordt het Westen van hypocrisie beschuldigd. Dat is een afleidingsmanoeuvre. De ene onrechtmatige handeling praat de andere niet goed. Het maakt het alleen wel moeilijker voor de VS, omdat de naweeën van de Irakoorlog nog in het hele Midden-Oosten worden gevoeld."
Gill erkent dat er tijdens de Irakoorlog schendingen van het oorlogsrecht zijn geweest, bijvoorbeeld bij de behandeling van gevangenen. Volgens Gill was de Irakoorlog fundamenteel fout, zowel in politiek als strategisch opzicht. Juridisch was de invasie onrechtmatig.
"Ze vielen Irak namelijk binnen zonder mandaat van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. De VS had niet het recht om eigenhandig te handelen. Als de VS, net zoals bij de Golfoorlog in 1990, wel een mandaat had gekregen van de VN, was het juridisch in orde."
Vorige week werd duidelijk dat het Internationaal Strafhof de Russische president Vladimir Poetin wil vervolgen. Het is het eerste arrestatiebevel voor een staatshoofd sinds de Tweede Wereldoorlog. Moeten Bush en de voormalige Britse premier Tony Blair dan niet ook worden vervolgd voor de Irakoorlog?
Gill vindt ook deze vergelijking niet terecht. "Poetin wordt vervolgd voor de gedwongen deportatie van kinderen uit bezet gebied, niet voor de oorlog zelf." Bovendien is het nog maar de vraag of Poetin ooit echt voor de rechter verschijnt. "Bush voor de rechter krijgen gaat niet lukken, zo zwart-wit is het niet."
Gill benadrukt dat er wel al een publieke afrekening is geweest met de degenen die verantwoordelijk waren voor de Irakoorlog. "De VS kon tot de invasie van Irak op heel veel sympathie rekenen. Hun vermogen om na de Irakoorlog hun zin op te leggen is op verschillende plaatsen afgenomen."
Zijn militaire interventies gedoemd te falen?
"Dat je een hele regio naar je hand kunt zetten met een oorlog is een achterhaald idee", vindt Van Dam. Dat is wel duidelijk na zoveel mislukte oorlogen in bijvoorbeeld Vietnam, Afghanistan, Syrië, Jemen en Libië. Een oorlog beginnen is makkelijker dan een oorlog beëindigen."
Militaire interventies leiden volgens Van Dam tot rampen. "Een land dat een ander land bezet onder het mom van de democratie, moet er tientallen jaren blijven. Maar niemand wil dat."
Debeuf vindt een militaire interventie wezenlijk anders dan een oorlog. In Irak werd een oorlog gestart door de VS. In Libië en Kosovo werd militair ingegrepen om een oorlog te stoppen. Als er VN- of NAVO-goedkeuring voor is, kan een militaire interventie ook slachtoffers voorkomen, zegt hij.
"Na twintig jaar grote ellende is er nog altijd geen veiligheid of stabiliteit in het Midden-Oosten", zegt Van Dam. "De interventies hebben enorme schade aangericht, niemand hoeft daar nog van te worden overtuigd. Stabiliteit konden we nooit brengen."