
5,5 jaar na storm Irma is wederopbouw Sint Maarten nog niet klaar
Irma richtte begin september 2017 gigantisch veel schade aan in de regio. Zeker 134 mensen kwamen om het leven. Onder hen waren vier slachtoffers op Sint Maarten. Zo'n 95 procent van het eiland was verwoest. Huizen waren volledig ingestort, hotels lagen in puin en alle straten stonden blank.
Nog steeds zijn de gevolgen van de orkaan zichtbaar. Veel woningen hebben enkel een zeil als dak en wegen zijn lang niet altijd begaanbaar.
"Noodhulp is nog altijd hard nodig", zegt Steve Duzanson van hulporganisatie Recources for Community Resilience (R4CR). "We praten nog steeds over de orkaantijden, dat had niet meer zo moeten zijn."
Ook het Rode Kruis, dat sinds de crisis actief is op het eiland, erkent in jaarrapportages dat er nog veel werk aan de winkel is. Zo waren er tot vorig jaar 675 huizen gerepareerd met behulp van de organisatie. "Maar het was niet mogelijk om volledig verwoeste huizen terug te bouwen. Dat komt mede doordat er geen vergunningen waren om huizen beter terug te bouwen", aldus directeur Marieke van Schaik.
Van honderden huizen zijn de zeilen wél vervangen door een orkaanbestendig dak, maar daar blijft de rest van de fundering achter. "Daardoor betekenen alle reparaties niet automatisch dat de woningen op Sint Maarten nu per definitie orkaanbestendig zijn", schrijft Van Schaik.
'Ontwerp van noodfonds is omslachtig'
Toch is R4CR in eerste instantie positief over de noodhulp. "We hebben nu meer geld dan vóór de orkaan. En het geld gaat echt naar de mensen die dat het meest nodig hebben", zegt Duzanson.
De belangrijkste instanties en gebouwen op het eiland, zoals het vliegveld en de ziekenhuizen, staan weer. "Er zijn meerdere projecten opgestart, zoals hulp voor mensen die hun baan zijn verloren. En voor de opbouw van een sociaal vangnet", aldus Duzanson. "Dat is hard nodig, want dat biedt de eigen regering niet."
Maar hij is ook kritisch. De manier waarop het fonds is opgesteld is "omslachtig". De Wereldbank is beheerder van een groot deel van het fonds geworden. Die helpt met het opstellen van plannen voor de wederopbouw. Daarmee is de bank een soort tussenpersoon, en duurde het volgens Duzanson veel te lang voordat het geld op Sint-Maarten terechtkwam. "Zo was er onnodige vertraging. Het fonds had direct naar de bewoners gemoeten."

Rutte stelde voorwaarden aan verkrijgen noodhulp
De politieke situatie in Nederland van vijf jaar geleden hielp ook niet mee, zegt Duzanson. Premier Mark Rutte stelde 550 miljoen euro aan noodhulp beschikbaar. Maar wel alleen als Sint Maarten aan twee randvoorwaarden zou voldoen. Als eerste moest het land een zogenoemde integriteitskamer oprichten. Dat is een orgaan dat toeziet dat alle besluiten eerlijk worden genomen. Ten tweede moest Sint Maarten het toezicht aan de grens verbeteren.
Volgens een woordvoerder van het ministerie van Binnenlandse Zaken waren die voorwaarden belangrijk om te zorgen dat het geld aan de juiste projecten werd besteed. Daarnaast zijn landen in wederopbouw extra kwetsbaar: daarom wilde de overheid dat er extra grensbewaking kwam. Nederland vond dat Sint Maarten onvoldoende in staat was om haar grenzen te beschermen vanwege de zware criminaliteit op het eiland.
Het land heeft de voorwaarden geaccepteerd. De grens van Sint Maarten wordt met hulp van Nederland zwaarder bewaakt. Maar het stellen van zulke voorwaarden heeft de komst van de hulp volgens R4CR vertraagd. Daardoor lag het land nog lang in puin voor de wederopbouw van vooral woningen kon starten.
Tijdens het eerste jaar na de storm was de wederopbouw vooral gericht op toeristische attracties en hotels. Toerisme vormt een grote inkomstenbron van Sint-Maarten.
Caribische eilanden voor groot deel afhankelijk van hulp
"Maar er moet nog heel veel gebeuren", zegt Duzanson. "Toen we net een beetje uit de 'orkaancrisis' kwamen, kregen we COVID-19 en een inflatiecrisis op ons dak." Dat is voor heel veel eilandbewoners funest geweest.
Daarom is er volgens R4CR nog steeds veel geld nodig. De wederopbouw is nog steeds niet afgerond. "Er is altijd hulp nodig, een groot deel van de Caribische eilanden is daarvan afhankelijk."
Voor het Rode Kruis zit het grootste deel van het "Irma-gerelateerde werk" er nu op, vindt Van Schaik. "De weg is zeker nog lang en hobbelig, maar ik ben ongelofelijk trots op de inzet van ons team op Sint Maarten en de collega's in Den Haag." Volgens de directeur zet het Rode Kruis nu vooral in op crisisparaatheid en het vergroten van het aantal hulpmiddelen op Sint Maarten en de regio.
Duzanson is lovend over de komst van de koning, koningin en de kroonprinses. "We zullen praten over de projecten die draaien en jongeren zullen hen vertellen over de problemen die nog spelen", vertelt hij.
Maar het gaat niet alleen om het uitwisselen van informatie. Duzanson: "Natuurlijk hopen we op meer middelen. Maar nu komen de stichtingen en alle vrijwilligers voor het voetlicht. Die verdienen erkenning."
NUjij: Uitgelichte reacties