Het geschatte aantal demonstranten in Parijs loopt uiteen van 80.000 tot 400.000. De politie meldde rond 17.00 uur dat dertig betogers werden aangehouden toen de protesten ontaardden in rellen. Agenten zagen zich genoodzaakt traangas in te zetten tegen gemaskerde en gewapende betogers.

De demonstraties zijn groter dan de massaprotesten tegen pensioenhervormingen in 2019. De actiedag wordt daarom beschouwd als een overwinning voor de vakbonden. Die hebben al nieuwe demonstraties aangekondigd, waaronder een grote op 31 januari.

Door de grote stakingsbereidheid was het openbaar vervoer in Frankrijk grotendeels uitgevallen. De bussen, treinen, trams en metro's die wél reden, zaten overvol.

Ook in plaatsen als Rennes raakte de politie slaags met groepjes betogers of relschoppers. Op La Canebière, de beroemdste avenue van Marseille, is ook een grote protestmars gehouden. In onder meer Toulouse, Bordeaux, Brest, Grenoble, Le Havre, Lyon, Nantes, Nice en Rouen zijn eveneens grote demonstraties gemeld.

De betogers keren zich vooral tegen de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd van 62 naar 64 jaar. Een ander pijnpunt is het aantal jaren dat iemand moet hebben gewerkt om aanspraak te kunnen maken op een volledig pensioen. De regering van president Emmanuel Macron vindt de hervorming noodzakelijk vanwege het groeiende aantal gepensioneerden, die bovendien gemiddeld ouder worden dan voorheen.

Franse regeringen worstelen al decennia met de hervorming van het pensioenstelsel en de massale protesten tegen hun plannen. Het lukt maar niet om het dure, ingewikkelde, per beroepsgroep opgebouwde stelsel te veranderen. Macron heeft vooral vanwege felle protesten in 2020 een eerder hervormingsplan in een la laten verdwijnen. Een bijkomend probleem is dat zijn regering nu geen meerderheid in het parlement meer heeft.