
Leger en grensblokkades: hoe de spanningen tussen Servië en Kosovo oplaaien
De troepen zijn in "opperste staat van paraatheid", was maandag de boodschap van de Servische minister van Defensie. In opdracht van president Aleksandar Vucic stuurde hij militairen en wapentuig naar de grens met Kosovo. Volgens de Serviërs staat het leger nu klaar om geweld te gebruiken als dat nodig is.
Reden voor het dreigement zijn volgens de Servische president de recente ontwikkelingen in Noord-Kosovo. Volgens Servië treft Kosovo voorbereidingen voor een aanval op etnische Serviërs die in het noorden van Kosovo wonen. Pristina weerspreekt die beschuldiging en zegt dat Servië probeert Kosovo te destabiliseren. Het woord van de een tegen dat van de ander dus, onenigheid die al veel langer bestaat.

Serviërs in Kosovo blokkeren weg vanwege spanningen met Servië
Veel van de onderlinge frustratie en boosheid dateren nog uit de Kosovo-oorlog (1998-1999). Die oorlog was het gevolg van oplopende spanningen tussen de Servische autoriteiten in de toen nog Servische provincie Kosovo en etnische Albanezen. Die laatste groep vocht voor onafhankelijkheid en zelfbestuur. De NAVO mengde zich uiteindelijk in de strijd door Servische doelen te bombarderen.
Al die militaire en diplomatieke druk werden Servië te veel. Het land ondertekende daarom een akkoord, waarna het Servische leger en de Servische politie uit Kosovo vertrokken. Kosovo kwam vervolgens onder toezicht van de Verenigde Naties te staan. Ook werd er een NAVO-vredesmissie in Kosovo gestationeerd. Etnische Albanezen die voor het geweld waren gevlucht, keerden terug. Veel etnische Serviërs trokken naar Noord-Kosovo, dat grenst aan Servië.
In de jaren erna werd internationaal onderhandeld over de status van Kosovo. Op 17 februari 2008, tien jaar na de oorlog, verklaarden de Kosovaren zich onafhankelijk. Nederland en bijna honderd andere landen erkennen die onafhankelijkheid. Maar Rusland en Servië zien Kosovo niet als een zelfstandige staat. Voor Servië is de eenzijdig uitgeroepen onafhankelijkheid een grote frustratie, omdat het land Kosovo als een onderdeel van het eigen grondgebied is blijven zien. Dat leidt tot op de dag van vandaag tot flinke spanningen.
Van de 1,8 miljoen inwoners van Kosovo is 92 procent etnisch Albanees en 6 procent etnisch Servisch. Van die laatste groep wonen de meesten in Noord-Kosovo. Zij erkennen het Kosovaarse bestuur niet en komen daardoor geregeld in botsing met de autoriteiten. De onenigheid zorgt sinds 2008 voor onrust en maakt dat het conflict telkens kan oplaaien.
Dat de gemoederen nu oververhit raken, heeft meerdere oorzaken. Zo was er een omstreden Kosovaars besluit over kentekenplaten. Daardoor zouden in Servië uitgegeven platen in Kosovo verboden worden. Kosovo schrapte dat besluit vanwege alle ophef, maar de boosheid bleef. Zo legden honderden Servische medewerkers van de Kosovaarse politie en justitie hun werk neer.
Eerder in december werd een etnisch Servische voormalige politieagent gearresteerd. Hij wordt ervan verdacht bij een eerder protest meerdere van zijn oud-collega's te hebben aangevallen. De arrestatie door Kosovo leidde tot grote woede onder etnische Serviërs. Honderden demonstranten zetten vlak bij de grens wegversperringen op, waardoor het grensverkeer deels werd platgelegd.
Het protest duurde meerdere dagen. Er werden ook nachtelijke vuurgevechten met de politie gemeld. De Kosovaarse politie zou meerdere keren zijn beschoten, waarna ze "uit zelfverdediging moest terugschieten". Volgens EULEX, de EU-missie die in het noorden van Kosovo patrouilleert, werd een zogenoemde verdovingsgranaat (ook wel flashbang genoemd) op een van haar gepantserde voertuigen gegooid. Daarbij raakte niemand gewond.
En dan was er deze maand ook nog de aankondiging van lokale verkiezingen in Kosovaarse gemeenten waar etnische Serviërs in de meerderheid zijn. Maar vanwege de ophef besloot de Kosovaarse president Vjosa Osmani na overleg met politieke partijen en de veiligheidsdiensten de verkiezingen tot april uit te stellen.
Het uitstel zou de spanningen in het noordelijk deel van Kosovo moeten verminderen. Maar met alle recente ontwikkelingen lijken die juist alleen maar toe te nemen. Dat baart internationale organisaties als de EU en NAVO zorgen. Die laatste patrouilleert ook in het noorden van Kosovo en meldde afgelopen weekend een incident. Vlak bij een van de patrouilles is geschoten. Door wie en waarom is geschoten, wordt nog onderzocht.
Vanwege het incident riep het militair bondgenootschap alle partijen nogmaals op verdere escalatie te voorkomen. De NAVO heeft in Kosovo ongeveer 3.700 manschappen gestationeerd om te helpen de vrede te bewaren. Het bondgenootschap liet weten te zullen ingrijpen als die vrede in het geding komt.
NUjij: Uitgelichte reacties