
Veroordeelde Bouterse zegt dat hij Decembermoorden 'niet zag aankomen'
Het was de eerste keer dat Bouterse in de rechtbank inhoudelijk inging op de gebeurtenissen 38 jaar geleden, de zogenoemde Decembermoorden.
Hij deed dat door een verklaring voor te lezen. Kern van zijn betoog was dat de politieke tegenstanders waren opgepakt en later zijn gedood omdat zij - volgens Bouterse - een "vijandelijke invasie zouden voorbereiden".
Volgens de oud-legerleider heeft de krijgsraad nooit aan waarheidsvinding gedaan. Belangrijke getuigen, zoals de Nederlander Peter van Haperen, zijn volgens hem nooit gehoord. Ook belastende informatie uit onder andere Nederland is door de krijgsraad genegeerd, aldus Bouterse.
Bouterse werd veroordeeld tot 20 jaar na slepende rechtszaak
De oud-president werd in november 2019 door de krijgsraad veroordeeld tot twintig jaar cel voor het medeplegen van de moorden. In 1982 was Bouterse leider van het toenmalige militaire bewind in Suriname. Onder dat bewind werden vijftien vooraanstaande Surinamers gemarteld en vermoord.
De krijgsraad achtte bewezen dat er sprake was geweest van opzet en voorbedachten rade. Bouterse stelde toen in een reactie dat het vonnis tot stand was gekomen door "complotten van witte mannen, geheime diensten en Mark Rutte". Enig bewijs daarvoor had hij echter niet.
Hoger beroep werd verder vertraagd door corona
Het proces rond de Decembermoorden begon in 2007. Bouterse wist de zaak enige tijd te vertragen met een amnestiewet, die in 2012 werd aangenomen door het Surinaamse parlement. De hoofdverdachte heeft zijn betrokkenheid bij de moorden altijd ontkend.
Het was de bedoeling dat de zaak eerder zou worden hervat, nadat Bouterse hoger beroep had aangespannen. Vanwege de coronamaatregelen was dat echter niet haalbaar.
