
Groep Nederlandse IS-vrouwen uit Koerdisch kamp gevlucht
Volgens Seebregts zijn ze vertrokken uit een Koerdisch kamp vanwege de leefomstandigheden daar, die steeds slechter worden. Er is onder meer een gebrek aan eten, water en medicijnen. Daarnaast is er geweld van bewakers van het kamp en medekampbewoners.
Maar de vrouwen zouden vooral bang zijn om hun kinderen kwijt te raken. Wanneer zij een bepaalde leeftijd bereiken, halen Koerdische bewakers ze uit de kampen en sluiten ze hen op in een gevangenis, zegt Seebregts.
De advocaat wil niets kwijt over de identiteit van de vrouwen, hoeveel het er zijn of uit welk kamp ze gevlucht zijn. Ook is onduidelijk hoeveel kinderen zijn meegereisd. Volgens De Telegraaf gaat het om vijftien IS-vrouwen.
In de Syrische kampen al Hol en al Roj bevinden zich tientallen Nederlandse bruiden van (overleden) IS-strijders en hun kinderen. Bij de val van de Islamtische Staat wisten sommige Syriëgangers te ontsnappen naar Nederland, maar velen kwamen vast te zitten in kampen.
IS-vrouwen zijn politiek omstreden
Seebregts is een van de advocaten die een kort geding tegen de Staat heeft aangespannen over de situatie. Namens 23 Syriëgangers en 56 kinderen pleitte hij dat de Nederlandse Staat een zorgplicht heeft en hen moet repatriëren.
Het kabinet vindt echter dat de Syriëgangers een gevaar voor de nationale veiligheid vormen en wil hen het liefst in de regio zelf laten berechten. Het kabinet heeft altijd ingezet op vervolging in de regio. In een enkel geval is hier een uitzondering op gemaakt, omdat de rechtszaak anders dreigt te mislukken. De Syriëganger die teruggehaald wordt is vermoedelijk Ilham B. Zij zou niet bij de groep gevluchte vrouwen horen volgens De Telegraaf.
Over het lot van de kinderen is nog veel onduidelijk. De rechtbank in Den Haag oordeelde dat Nederland al het mogelijke moet doen om de 56 kinderen terug te halen, maar hiertegen is de Staat in hoger beroep gegaan. De zaak ligt nu bij de Raad van State. Uiterlijk eind volgende maand wordt een oordeel verwacht.
