
Juli 1943: hoe Hamburg veranderde in de hel op aarde
De nacht van 27 op 28 juli in 1943. Terwijl de Britse bommen neervallen op Hamburg, kruipen de inwoners bijeen in de vele schuilkelders in de Duitse miljoenenstad. Die schuilkelders lijken een veilig heenkomen, maar blijken in veel gevallen een dodelijke val.
Hamburg brandt door de vele incendiaries, de brandbommen die de Britten gebruiken om een zo groot mogelijk vuur te creëren. Het is wrang, maar daar slaagt de RAF die warme en droge zomernacht uitstekend in. De bommen vallen dicht bij elkaar, de brandweer is door de verbroken communicatie aan de andere kant van de stad en het vuur kan ongemoeid zijn gang gaan.
De vele brandhaarden vormen samen een vuurstorm, waarin windsnelheden van ver boven de 200 kilometer per uur worden behaald. De temperatuur bedraagt op sommige plaatsen 800 graden Celsius. Asfalt smelt en personen die eroverheen lopen, vliegen spontaan in brand. Anderen springen in het water. Maar het water is door de hoge temperaturen zo heet, dat ze worden doodgekookt.
Brandende mensen bereiken kouder water en proberen daar het gloeiende fosfor op hun huid en kleding te doven. Zodra ze weer bovenkomen, brandt het weer verder. De vuurstorm zuigt alle zuurstof weg uit de schuilkelders, waarin duizenden mensen stikken. Vluchtende ouders voelen hoe hun kinderen uit hun handen worden gerukt door de vuurstorm. Het ene na het andere gebouw stort in en verplettert slachtoffers. Hamburg is veranderd in een nooit eerder vertoond inferno.

Tweede aanval resulteert in de nacht van de vuurstorm
De aanval van 27 juli volgde op de openingsnacht van Operation Gomorrah, uitgevoerd tussen 24 en 25 juli. In de nacht van 29 op 30 juli keert de RAF nog eens terug met bijna achthonderd bommenwerpers, net als de eerste twee keer.
De eerste en de derde aanval zijn redelijk succesvol voor de Britten, maar de tweede nacht gaat de geschiedenis in als de nacht van de vuurstorm. Naast de bijna 43.000 doden vallen ook nog eens ongeveer 37.000 gewonden. Velen van hen hebben zware brandwonden. Ruim een miljoen mensen slaan op de vlucht.
Hoe heeft het zo ver kunnen komen?
Er waren voor de Britten drie redenen om de tactiek van tapijtbombardementen toe te passen. De eerste is wraak: Duitsland had zeker in de beginjaren van de oorlog tijdens de zogenoemde Blitz flink huisgehouden in het Verenigd Koninkrijk.
Ruim 18.000 ton aan Duitse bommen vielen op onder meer Londen, Birmingham en Coventry, met tienduizenden doden tot gevolg. Daarnaast had de Duitse Luftwaffe natuurlijk steden als Rotterdam en Warschau in de as gelegd. Of zoals Arthur Harris, de baas van Bomber Command, het omschreef: "Ze hebben de wind gezaaid, nu oogsten ze de wervelwind."
De tweede reden was onmacht. De Britten bombardeerden bij voorkeur in de nacht, omdat het overdag veel te gevaarlijk was boven Duitsland. In eerste instantie wilde de RAF vooral strategische doelen als fabrieken en havens raken.
Precisie was echter een probleem. In de beginjaren gooide slechts een op de drie vliegtuigen de bommen binnen 8 kilometer van het doel. Vaak wisten de Duitsers na een Britse luchtaanval niet eens wat nou het doel was geweest. Tapijtbombardementen op steden waren veel makkelijker uit te voeren. Een grote kathedraal in een stadscentrum is een beter mikpunt dan een fabriek tussen een woonwijk.

Bombardement op Hamburg in beeld
Britten probeerden wil van het Duitse volk te breken
De derde reden was dat dit de enige manier was waarop de Britten de oorlog in Duitsland konden brengen. Het Britse leger was niet groot genoeg voor een invasie en vocht bovendien in het mediterrane gebied. Alleen door bombardementen werd nazi-Duitsland zelf geraakt. Het doel was om de wil van het Duitse volk te breken door hun steden in de as te leggen en werknemers van bijvoorbeeld fabrieken dakloos te maken. Hoewel er weerstand tegen deze strategie was en het effect niet altijd werd bewezen, gingen de Britten hier tot het einde van de oorlog mee door. Iedereen die bijdroeg aan de Duitse industrie werd gezien als een legitiem doelwit.
De Amerikanen waren inmiddels ook actief boven Duitsland, maar hielden er een andere doctrine op na. Zij geloofden vooral in strategische bombardementen en bombardeerden overdag. Fabrieken en de Duitse olie-industrie waren hun doelwitten. De Britten voerden ook dit soort missies uit, maar om de zoveel tijd werd er weer een Duitse stad in de as gelegd. Met name Berlijn was een veelvoorkomend doelwit, al werd daar nooit zo'n intense verwoesting bereikt als in Hamburg.
Britten waren goed in schaakspel met de Duitsers
De Britten waren er goed in: het schaakspel met de Duitsers om van de nachtelijke luchtoorlog boven Duitsland een succes te maken. Diverse navigatiesystemen werden ontwikkeld, evenals het eerste radarsysteem waarmee de grond onder het toestel kon worden gescand. De Duitsers ontwikkelden op hun beurt tegenmaatregelen.
De RAF gebruikte voor de aanvallen op Hamburg een noviteit die een doorbraak betekende in dit voortdurende spel.
Tussen het noorden van Duitsland en de grens met Noord-Frankrijk was een verdedigingslinie met luchtafweer, zoeklichten en nachtjagers om de bommenwerpers van de RAF zoveel mogelijk tegen te houden. Een belangrijk element hierin was radar, waarmee met name de nachtjagers werden aangestuurd.
Radar werkt met radiogolven die bij weerkaatsing op een voorwerp terugkaatsen naar de zender, waardoor de afstand kan worden berekend. Vliegtuigen boven Duits grondgebied konden op die manier worden gedetecteerd en worden gevolgd, waarna nachtjagers erop werden afgestuurd.

Trucje om bommenwerpers minder opvallend te maken
De Britten hadden echter een truc: window. Dit waren bundels met stroken aluminiumfolie die de vliegers op gezette tijden uit het vliegtuig gooiden. Op de Duitse radarschermen verscheen enkel een langgerekte stroom met tienduizenden stipjes, waardoor de Britse bommenwerpers niet meer opvielen. De Britten konden dan ook vrijwel ongehinderd doorvliegen naar Hamburg en leden weinig verliezen. Opvallend was dat de Duitsers deze vondst ook hadden gedaan, maar hadden besloten die niet te gebruiken. Ze deden dat niet, omdat ze bang waren dat de Britten de truc vervolgens ook tegen hen zouden gebruiken.
Onder meer door window was Operation Gomorrah zo'n succes voor de Britten. Dat kwam ook doordat de Britten zich hadden verdiept in hoe een stad het beste kon worden aangestoken. Zware explosieven, waaronder blockbusters van 4.000 pond, bliezen de daken van huizen en zorgen ook voor obstakels voor de brandweer. Een brandbommenregen maakte het karwei vervolgens af.
Dodelijkste luchtaanval in Europa tijdens Tweede Wereldoorlog
Hamburg, de tweede stad van Duitsland, was in Britse ogen een belangrijke industrie- en havenstad die ook een grote rol speelde in de Slag om de Atlantische Oceaan, waarin Duitse U-boten huishielden tegen Britse bevoorradingsschepen.
De luchtaanval geldt als de dodelijkste op het Europese toneel tijdens de Tweede Wereldoorlog en was dus dodelijker dan de aanval op Dresden in februari 1945. Maar die laatste aanval was veel controversiëler, omdat een stad werd verwoest terwijl de oorlog eigenlijk al beslist was. Opvallend was dat de Amerikanen hier ook aan deelnamen en daarbij afstapten van hun doctrine.

Churchill was voorstander van tapijtbombardementen
De vliegers van Bomber Command kregen na de oorlog niet dezelfde erkenning als vele andere leden van de Britse strijdkrachten. Harris bleef zijn strategie verdedigen en stelde bovendien dat "belangrijkere mensen dan hij" ook voorstander waren van tapijtbombardementen. Daarin had hij gelijk. De instemming met deze strategie ging tot de top. De Britse premier Winston Churchill was een voorstander van de strategie om zoveel mogelijk Duitse steden plat te gooien, inclusief Dresden. Maar na Dresden nam Churchill afstand van de strategie.
Het daadwerkelijke effect van de bombardementen is niet te meten. Wel staat vast dat de Duitse oorlogsmachine veel meer last had van de aanvallen op de olie-industrie, infrastructuur en wapenfabrieken dan van de bommen op de steden. Het moreel in Duitsland werd evenmin gebroken. Maar de Britten leden zware verliezen en zagen dat half Europa onder de voet werd gelopen. De vraag is of je het ze kwalijk mag nemen dat alle middelen werden aangegrepen om nazi-Duitsland te verslaan.
Tekenend voor 'Hamburg' is het ooggetuigenverslag van een Duitse soldaat, die na de bombardementen arriveerde. "We kwamen aan de rand van de stad en zagen een grote stroom vluchtelingen. Er liep een jongen van een jaar of twaalf naar ons toe met een rugtas, met daarin een zwart voorwerp. Toen de jongen dichterbij kwam, vertelde hij wat het was: het hoofd van zijn verbrande broer."
NUjij: Uitgelichte reacties