
'Humanitaire ramp dreigt in door burgeroorlog geteisterd Jemen'
Het conflict tussen Houthi's, eenheden van het regeringsleger, Al-Qaeda en een keur aan milities heeft volgens de VN sinds januari het leven gekost aan tweeduizend burgers en achtduizend anderen verwond.
Meer dan een miljoen Jemenieten zijn op de vlucht geslagen, en volgens schattingen van de VN heeft bijna 80 procent van de Jemenitische bevolking, ruim twintig miljoen mensen, geen toegang tot schoon drinkwater en hygiënische of medische faciliteiten. Twaalf miljoen van hen worden ook bedreigd door voedselgebrek.
Artsen zonder Grenzen maant de internationale gemeenschap tot snelle actie om de Jemenieten te ontlasten. "Allereerst moeten de strijdende partijen veel meer respect opbrengen voor burgers en burgerdoelwitten zoals waterinstallaties en ziekenhuizen", zegt Karline Kleijer van AzG. "Ten tweede moeten ze stoppen met het belemmeren van humanitaire hulp."
Zeeblokkade
Zowel het oorlogsgeweld als een door Saudi-Arabië ingestelde zeeblokkade maken de invoer van hulpgoederen erg moeilijk. Riyad zegde in april ruim 253 miljoen euro toe voor humanitaire hulp aan de Jemenieten, maar van die belofte is nog niets terechtgekomen.
"Jemen is voor 80 tot 90 procent van de voedselvoorziening afhankelijk van import. Die schepen worden nu geblokkeerd onder het mom van een wapenembargo", zegt Kleijer. Ook de invoer van brandstof is van levensbelang. Water is een schaars goed in Jemen. "Grondwater zit heel diep, dus daar zijn pompen voor nodig. Zonder brandstof werken die niet."
Midden-Oosten-expert Nick Grinstead van Instituut Clingendael onderschrijft de precaire positie van de Jemenitische bevolking. " Daar wordt in de internationale pers minder aandacht aan besteed dan aan het conflict zelf. Er is eigenlijk al jaren een humanitaire catastrofe aan de gang in Jemen, en hoe langer dit conflict duurt, hoe erger die gaat worden."
Slag om Aden
De oorlog in Jemen heeft zich in de laatste maanden toegespitst op het gebied rond de tweede stad van het land, Aden. Door de strategische ligging van de havenstad is het een gewild doelwit van de strijdende partijen. De havenstad ligt aan de Golf van Aden, de waterweg die kan worden gezien als de oprit van het Suezkanaal. Ongeveer 7 procent van de totale wereldhandel over zee passeert vlak langs Aden, waaronder veel olie bestemd voor westerse landen.
Begin augustus kondigde het regeringsleger van premier Abd Rabbu Hadi aan dat de havenstad was heroverd op de Houthi-rebellen.
Ans Groen van het Internationale Rode Kruis (ICRC) reisde in juni naar Aden, waar ze hielp bij het opzetten van een noodhospitaal, dat ruim tachtig mensen met voornamelijk schot- en scherfwonden behandelde. " Het is er nog steeds erg chaotisch. De stad is niet meer in meerdere handen, maar er wordt nog steeds heel dichtbij gevochten. In Aden zelf is het ook nog niet rustig."
Angst voor epidemieën
Groen verwacht geen directe verbetering van de situatie in Aden nu de Houthi's zijn verdreven. "Er vinden nog steeds aanslagen plaats, dus de veiligheid is niet optimaal. Bepaalde delen van de stad liggen in puin en zullen opnieuw moeten worden opgebouwd."
Volgens haar is de burgerbevolking sterk verzwakt door voedseltekorten. "Er is op de markt weinig te krijgen en de prijzen zijn ontzettend gestegen." Regeringsfunctionarissen, waaronder de medewerkers van staatsziekenhuizen, hebben sinds februari geen loon meer gekregen.
"We hebben ook een duidelijk zichtbare toename van ziektes zoals malaria gezien, en er is door de slechte hygiënische omstandigheden angst voor epidemieën van infectieziektes zoals tyfus en cholera", zegt Groen.
De strijd om Aden begon in maart, toen legereenheden die trouw waren aan oud-president Saleh het vliegveld van de stad en de belangrijke nabijgelegen militaire vliegbasis al-Anad innamen. Tegelijkertijd rukten de Houthi-rebellen, hun bondgenoten, op vanuit het noorden.
Aden werd omsingeld en president Hadi vluchtte naar Saoedi-Arabië, dat een luchtcampagne had gelanceerd tegen de Houthi's, aan het hoofd van een coalitie van negen Arabische staten.
Tijdens maanden van intensieve strijd veranderden het vliegveld van Aden en verschillende strategisch geleden wijken meermaals van eigenaar. De praktisch volledig van de buitenwereld afgesneden stad werd door beide strijdende partijen bestookt met artillerievuur. De Saoedische luchtmacht voerde bombardementen uit, waarbij burgerslachtoffers niet werden geschuwd.
Oorlog bij volmacht
De huidige Jemenitische crisis begon in de Arabische Lente van 2011, toen protesten tegen de autocratische en corrupte president Saleh leidden tot diens aftreden. Saleh werd opgevolgd door zijn vice-president, Abd Rabbu Hadi.
Die regeringsoverdracht vormde het startsein voor hernieuwde gevechten tussen sjiitische en soennitische milities uit het noorden en zuiden van het land, sommigen separatistisch, en de escalatie van een opstand van Al-Qaeda op het Arabisch Schiereiland. Zelfs binnen het Jemenitische regeringsleger is sprake van een loyaliteitsstrijd tussen Saleh en Hadi.
De soennitische milities in het land worden gesteund door Saudi-Arabië en een coalitie van zes andere soennitische Arabische landen, terwijl Iran wordt beschuldigd van hulp aan de sjiitische Houthi's.
'Saoedische achtertuin'
Iran heeft die beschuldigingen altijd ontkend en Nick Grinstead betwijfelt of de Iraniërs zo betrokken zijn als de Saoedi's beweren. "Het is onwaarschijnlijk dat de Iraniërs significante materiële steun verlenen, zoals geld of wapens. Er zijn genoeg al wapens in Jemen aanwezig. Ze zullen vast wat morele steun verlenen, maar voor de Iran is het land lang niet zo belangrijk als voor Saoedi-Arabië, dat Jemen beschouwt als de eigen achtertuin."
Grinstead ziet de oorlog niet snel eindigen door gewapende middelen. "De Houthi's zijn uit Aden geduwd en worden ook in de hoofdstad Sana'a onder druk gezet door Saoedische aanvallen, maar hun eigen machtsbasis in het noorden van het land wordt nog niet bedreigd."