
Vlucht MH17 vloog kilometer lager dan gepland
Dat meldt minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans vrijdag in antwoord op Kamervragen.
De lagere hoogte was volgens de minister nodig om voldoende afstand te houden met een ander toestel, dat al op elf kilometer hoogte vloog. Die vlieghoogte werd door de Oekraïense luchtverkeersleiding toegewezen.
Het Boeing-vliegtuig van Malaysia Airlines werd op 17 juli waarschijnlijk door pro-Russische separatisten uit de lucht geschoten. Alle 298 inzittenden, onder wie 196 Nederlanders, kwamen om het leven.
Volgens Timmermans heeft de MH17 geen andere route gevlogen dan gebruikelijk. De enige wijziging van de gevlogen route ten opzichte van het vluchtplan was de vlieghoogte boven het oosten van Oekraïne. De route was conform het door de Europese vluchtleiding Eurocontrol goedgekeurde vluchtplan.
De minimale vlieghoogte in het gebied was door Eurocontrol op dat moment gesteld op 9,7 kilometer (32.000 voet). Eurocontrol had geen advies gegeven om het luchtruim boven het oosten van Oekraïne te mijden.
Identificatie
Nog tien omgekomen inzittenden van het neergehaalde vliegtuig zijn in de afgelopen week geïdentificeerd. Het aantal identificaties steeg van 173 naar 183, maakte het ministerie van Veiligheid en Justitie vrijdag bekend.
Vijf van de tien nieuw geïdentificeerden kwamen uit Nederland. De nabestaanden zijn hierover geïnformeerd. Het ministerie maakte niet bekend uit welke landen de vijf anderen kwamen. Dat gebeurde op verzoek van de ambassades.
In totaal zijn er nu 117 Nederlanders en 66 mensen uit andere landen geïdentificeerd. Het is niet bekend hoeveel stoffelijke overschotten zijn overgedragen aan nabestaanden.
De slachtoffers zijn geïdentificeerd in de Korporaal van Oudheusdenkazerne in Hilversum. Daar werken specialisten uit meerdere landen. Ze kijken onder meer naar DNA-materiaal, vingerafdrukken en gebitsgegevens van de slachtoffers. Het kan nog maanden duren voordat alle slachtoffers zijn geïdentificeerd.
Nauwere samenwerking
Eerder op de dag maakte het landelijk parket van het OM bekend dat de landen die betrokken zijn bij de vliegramp nauwer gaan samenwerken aan het strafrechtelijk onderzoek. Nederland, België, Australië, Oekraïne en Maleisië tekenden 7 augustus een overeenkomst voor het zogenaamde Joint Investigation Team. Nederland gaat het team leiden.
Met de overeenkomst mogen opsporingsambtenaren ook op elkaars grondgebied werken zonder daarvoor eerst een tijdrovende aanvraag in te hoeven dienen, lichtte een woordvoerder toe. Daardoor kan kennis over bewijsmateriaal beter met elkaar worden gedeeld.
De landen krijgen hulp van het Europese orgaan voor justitiële samenwerking Eurojust. In de betrokken landen lopen al strafrechtelijke onderzoeken naar de vliegramp. Vanuit Nederland zijn onderzoekers en een officier van justitie aanwezig in Oekraïne.