
'Nog drie weken onderzoek nodig op rampplek MH17'
Dat heeft de leider van de zoekploegen, politiecommissaris Joop de Schepper, donderdag in EenVandaag gezegd.
Dna-materiaal van de rampplek is nodig voor de identificatie van slachtoffers.
De missie werd begin deze maand na zes dagen afgebroken, omdat de situatie in het rampgebied te gevaarlijk werd. De onderzoekers hadden toen nog maar een klein deel van het gebied doorzocht. Het merendeel van de stoffelijke resten en persoonlijk bezittingen van slachtoffers van de vlucht is wel in Nederland.
Team
Bij het vertrek is een klein team achtergelaten dat in de gaten houdt wanneer de situatie verbetert, zodat op dat moment zo snel mogelijk verder kan worden gezocht. Hier is volgens de Schepper al een plan van aanpak voor gemaakt.
Als het veilig genoeg is, wil de politie ook bewijsmateriaal verzamelen voor het opsporingsproces. Dan kan worden nagegaan wie verantwoordelijk is voor het neerhalen van de MH17.
Tot nu toe richtte het onderzoek zich hier uitdrukkelijk niet op, uit vrees dat dit mensen er toe kan brengen de Nederlanders tegen te werken. Dat zou dan ook ten koste gaan van het zoeken naar slachtoffers.
RTL Nieuws meldde maandag dat pro-Russische separatisten het zoekwerk naar de slachtoffers ernstig hebben belemmerd. Zo zouden ze het de onderzoekers hebben verboden om brokstukken met een kraan op te tillen. Ook de inzet van speurhonden, duikers en drones werd verboden.