Dat vertellen beide organisaties woensdag aan NU.nl.

"Het is enorm frustrerend en lastig voor de hulpverleners ter plekke," zegt adjunct-directeur van AzG Katrien Coppens.

AzG heeft op het eiland Cebu, waar een internationaal vliegveld is, inmiddels een internationale staf van twintig man en probeert die de komende dagen uit te breiden met nog tachtig hulpverleners.

"Tot nu toe is het verschrikkelijk moeilijk om mensen verder het rampgebied in te krijgen. Maar we blijven het proberen, met boten, helikopters, vliegtuigjes, alles om richting Tacloban op het eiland Leyte en andere plaatsen te komen waar de tyfoon overheen getrokken is."

Ook Merlijn Stoffels, woordvoerder van Rode Kruis, noemt de situatie "heel heftig". Hij was woensdag in Manilla en staat op punt van vertrek naar het zuiden. Op Leyte gaat hij met een team van het Rode Kruis de verder afgelegen gebieden verkennen.

"De hulpverlening gaat nu langzaam de goede kant op, maar het is nog heel moeilijk", vertelt hij. Ook voor het Rode Kruis is de toegang het grootste probleem.

"Wegen liggen bezaaid met bomen of zijn helemaal weggevaagd. Maar er zijn ook regio's die nog helemaal niet zijn bereikt. Dat zijn juist de regio's waar de nood het hoogst is. Mensen hebben geen drinkwater, krijgen diarree, maar daar is geen behandeling tegen."

De hulporganisaties maken zich dan ook zorgen over de gewonden die niet geholpen kunnen worden, doordat ze onbereikbaar zijn en er te weinig medische hulp en voorzieningen zijn.

Veel mensen hebben snijwonden opgelopen door rondvliegende ijzeren dakplaten. Coppens: "Wonden gaan ontsteken, omdat ze die niet schoon kunnen houden. Het is daar bovendien tropisch heet."

Het Rode Kruis meldt ook een groot tekort aan tetanus-injecties en antibiotica, waardoor de kans op infecties nog groter wordt. Stoffels heeft contact gehad met een arts in het ziekenhuis in Tacloban. "Ze is al dagen achtereen bezig en ziet zo ontzettend veel gewonden binnenkomen."

Door de verwoestende storm die veel erger was dan verwacht, zijn ook lokale gezondheidsvoorzieningen getroffen. "Er blijft de komende weken, maanden zelfs, behoefte aan steun," verwacht Coppens. "Lokale artsen zijn ook omgekomen of gewond geraakt. Opslagplaatsen met lokale hulpgoederen zijn vernietigd."

Doordat de hulpverlening zo moeilijk en traag op gang komt, raken mensen in paniek. Daardoor wordt de hulpverlening verder bemoeilijkt, verwacht Coppens.

"Mensen hebben ook geen vertrouwen meer dat het nog goed gaat komen. Mensen gaan voedselvoorraden plunderen. Ze denken: als ik maar een flesje water te pakken krijg. Het is echt afschuwelijk."

Dinsdag moesten militairen op het vliegveld van Tacloban honderden mensen terugdringen die in de stromende regen wachtten op een transportvliegtuig dat ze mogelijk zou kunnen meenemen.

Coppens vervolgt: "Het is heel heftig dat we niet dichtbij genoeg kunnen komen. De situatie was al extreem nijpend op dag één en het is nu dag vijf."

De precieze gevolgen van de ramp blijven dan ook onduidelijk. Ook het dodental is moeilijk in te schatten. Het officiële aantal doden is nu 2.275, maar eerder werd gesproken van mogelijk meer dan 10.000 doden.

De Filipijnse president Benigno Aquino liet dinsdag echter weten dat het naar verwachting toch lager, rond 2.500 zal liggen. Volgens de hulporganisaties is die schatting veel te optimistisch.

"Er liggen heel erg veel lijken. Die 2.500 zijn de mensen die geïdentificeerd zijn, wij vrezen dat het werkelijke aantal veel hoger ligt," aldus Stoffels.

Ook Artsen zonder Grenzen vreest daarvoor. Coppens: "Juist omdat we niet ter plekke zijn is het heel moeilijk in te schatten. Tacloban is totaal verwoest, maar van de gebieden daarachter hebben we nog geen idee. Ik denk dat de 2.500 duizend die de overheid nu noemt echt een onderschatting is."

Het Rode Kruis gaat lijkzakken brengen en helpen met het bergen van de lichamen, zodat ze geïdentificeerd kunnen worden.

Stoffels heeft ook goed nieuws. "Er komen twee missies aan, met grote ladingen hulpgoederen. En we hebben besloten twee grote distributiecentra op te richten, vanwaar we de eilanden Leyte en Sahar gaan helpen."

Maar hij voegt toe: "Het is moeilijk, we bereiken nog niet alles. En we hebben echt nog niet voldoende geld en spullen. Ik ben dan ook heel blij met de giro 555-actie van de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO)."

Behalve op Leyte en Samar, waar respectievelijk 2 miljoen en 1,5 miljoen mensen wonen, heeft de tyfoon volgens het Rode Kruis ook verwoestingen aangericht in het noorden van het eiland Cebu, net als de bekende toeristenbestemming Coron. Dat is het noordelijke deel van de eilandengroep Palawan, in het westen van de Filipijnen. Op het eiland Panay, in het midden van het land, zijn de problemen groot in de provincies Iloilo en Capiz.

Bekijk een kaart van het rampgebied:

Alle berichten over de tyfoon | Overzicht: Filipijnen vaak getroffen door zware stormen