In de tweede ronde van de verkiezingen neemt de pro-Europese Boris Tadic het op tegen de nationalist Tomislav Nikolic die de voorkeur geeft aan goede betrekkingen met Rusland.

Nikolic heeft al gedreigd met protesten als hij de verkiezingen verliest; hij meent dat er sprake is van stembusfraude.

De stembusgang is van groot belang voor de plannen van Servië om lid te worden van de Europese Unie. Ook bepaalt de uitkomst of Servië de verzoening met zijn buurlanden en voormalige aartsvijanden voortzet.

Tadic, die een derde termijn als president ambieert, had een lichte voorsprong op Nikolic bij de eerste stemronde die op 6 mei plaatshad.

De Servische Progressieve Partij van Nikolic kreeg bij de parlementsverkiezingen de meeste stemmen, maar heeft weinig in de melk te brokkelen. De partij van Tadic gaat een coalitie vormen met de Socialisten die bij de parlementsverkiezingen op de derde plek belandden.

In de peilingen voorafgaand aan de verkiezingen ging Tadic aan de leiding. De achterban van Tadic staat er echter om bekend niet in groten getale naar de stembureaus te gaan, in tegenstelling tot de aanhangers van Nikolic.

Tadic voert een pro-westers beleid. Corruptie en de economische teruggang zijn echter een groot probleem. Als gevolg van teruglopende buitenlandse investeringen zijn er veel banen verloren gegaan en is de levensstandaard achteruit gegaan.

Nikolic, die al twee keer eerder van Tadic verloor, beweert niet langer tegen het Westen te zijn en juist pro-EU. Hij wil dat Servië goede banden met het Oosten én het Westen aanknoopt. Het populisme van Nikolic heeft gehoor gevonden bij de bevolking. Die liep warm voor zijn kritiek op de sociale ongelijkheid en de corruptie en zijn beloftes voor werk, financiële zekerheid en miljarden euro's aan buitenlandse investeringen.