Volgens de staatstelevisie is de aanslag uitgevoerd met zeker 1000 kilogram aan explosieven. In het wegdek zou een metersdiepe krater zijn geslagen. De staatstelevisie liet rookwolken, autowrakken, plassen bloed en puin zien.

Waarnemers van de Verenigde Naties (VN), die toezicht houden op het wankele staakt-het-vuren in Syrië, hebben de plek van de aanslag inmiddels bezocht. Het was de eerste aanslag van deze omvang in Deir al-Zor sinds de opstand vorig jaar uitbrak.

Het explosief ging af in een straat waar een militair hoofdkwartier en een ziekenhuis zijn gevestigd, meldde het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten.

De autobom veroorzaakte ook een enorme materiële schade. De oppositie en de regering van president Bashar al-Assad beschuldigden elkaar van de aanslag.

Op andere plekken in Syrië vielen volgens activisten zeker 10 doden. Zo zouden in de noordelijke stad Aleppo een vrouw en haar twee kinderen zijn doodgeschoten. In de buurt van Aleppo zou een kantoor van de regerende Baathpartij zijn beschoten.

De wereld is al tijden verdeeld over de aanpak van het geweld in Syrië. Westerse landen willen dat het regime vertrekt. De Verenigde Staten maakten dat zaterdag nogmaals duidelijk. ''Een einde van het geweld hangt af van een politieke overgang.

Wij vinden dat verandering ook betekent dat Assad moet opstappen'', zei een adviseur van president Barack Obama. Maar Rusland vindt dat de buitenwereld zich afzijdig moet houden. ''Men moet de Syriërs een kans geven dit zelf op te lossen'', verklaarde de gezant van Moskou.

Alles over de onrust in het Midden-Oosten