
'Sancties bezorgen Syrië dubbele klap'
Economen beschouwen sancties tegen het regime van president Bashar al-Assad als een gemeenschappelijke bedreiging, zo meldt de New York Times.
Amerikaanse en Turkse ambtenaren verwachten dat de economische neergang, als gevolg van de sancties en protesten, ervoor kunnen zorgen dat binnen achttien maanden het regime van al-Assad omvergeworpen wordt.
Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) verwacht dat internationale sancties, bovenop een verzwakte Syrische munt en ingestorte toerisme-sector, kunnen leiden tot een economische krimp van zeker 2 procent.
Maatregelen
Syrische regeringsfunctionarissen hebben al een reeks maatregelen aangekondigd om voor een ommekeer te zorgen. Een verbod op de invoer van een groot aantal consumentengoederen is één van die maatregelen.
Een ander ingevoerde maatregel de begroting bepalen op 26,53 miljard dollar, het hoogste bedrag ooit in de Syrische geschiedenis. Dat is in vergelijking met vorig jaar een stijging van 58 procent.
Een in Damascus gevestigde economisch expert constateert dat Syrië op weg was een sterke economie te worden, totdat de crisis uitbrak. “Ik ben nu erg pessimistisch”, zegt de econoom, die uit angst voor represailles anoniem wil blijven.
Eerder besloot de Europese Commissie niet langer olieproducten uit te voeren naar Syrië. Eind september werd ook het investeren in de Syrische olie-industrie aan banden gelegd.
VN-resolutie
Westerse landen spraken de afgelopen weken over een VN-resolutie, waarin ‘doelgerichte maatregelen’ tegen Syrië werden aangekondigd. Rusland en China spraken hun veto uit, omdat de resolutie niet zou meewerken aan een vreedzame oplossing.
Inmiddels heeft de opstand in Syrië volgens VN-cijfers aan meer dan 2900 mensen het leven gekost. Exacte dodentallen zijn lastig te verifiëren, omdat in Syrië nauwelijks journalisten worden toegelaten.