Dat heeft de raad maandag bekendgemaakt. Ook wil de raad dat internationale waarnemers toegang krijgen tot Syrië.

Ghied Al Hashmy, een politicoloog die afgelopen weekend deelnam aan een conferentie van Syrische oppositieleden in Stockholm, zei dat de raad 'internationale waarnemers die de vrijheid hebben om zich door Syrië te bewegen' verwelkomt.

"We waren het er bijna unaniem over eens dat we geen militair ingrijpen, maar wel diplomatieke of politieke interventie willen", aldus Al Hashmy. "Daarnaast willen we geen algemene economische sancties tegen Syrië, maar gerichte economische sancties tegen personen."

De raad is het er ook over eens dat het regime van president Bashar Assad omver geworpen moet worden en dat minderheden in Syrië wettelijke bescherming moeten krijgen, aldus Jens Orback van het Olof Palme International Center, waar de conferentie werd gehouden.

De Syrische Nationale Raad, wiens oprichting vorige week formeel werd aangekondigd in Turkije, is een verbond van de meeste facties van de Syrische oppositie. Tot dusver heeft geen enkel land of internationale organisatie de raad erkend als een legitieme vertegenwoordiger van het Syrische volk.

De Syrische minister van buitenlandse zaken Walid al-Moallem dreigde zondag nog met 'strenge maatregelen' tegen landen die tot erkenning overgaan.

Volgens Abdulbaset Sieda, een lid van de raad, toont het dreigement dat het regime van Assad bang is voor de raad. Hij verwierp de bewering dat de oppositie verdeeld is, al erkende hij wel dat er verschillende meningen zijn over hoe ze hun doelen moeten bereiken.

Sieda zei dat er, ondanks een gespannen eerste dag, vorderingen zijn geboekt tijdens het weekend. Hij sprak de hoop uit dat de gesprekken in Zweden of elders zullen worden voortgezet.