Onder de dodelijke slachtoffers bevinden zich vijf soldaten en drie burgers.

In Irak plegen verschillende groepen nog dagelijks bomaanslagen. Het geweld is echter minder dan op het hoogtepunt in 2006/2007.

Eerder op de dag was een rechter opgeblazen in de stad Taji. Ook zijn vrouw en een van hun kinderen kwamen op, toen opstandelingen 's nachts jerrycans met explosief materiaal lieten ontploffen rond zijn huis.

Vlak ervoor was één van zijn lijfwachten doodgeschoten. Rechters in Irak zijn vaker het doelwit van aanslagen en hebben daarom lijfwachten.

In dezelfde stad Taji hadden schutters met legeruniformen ook de woning van een topambtenaar bestormd en hem doodgeschoten. Omwonenden kwamen na de aanslag naar buiten en schoten een van de aanvallers dood. Andere aanvallers konden vluchten.

In Bagdad was tegelijkertijd kolonel Mustafa Hassan gedood door mannen, die vanuit een auto schoten met pistolen met geluiddempers.

De aanvallen lijken te passen in een trend waarbij topfunctionarissen het doelwit zijn. Terreurnetwerk al-Qaeda beweert de laatste weken 62 van zulk soort aanslagen te hebben gepleegd. In de voorbije twee weken zijn vier andere functionarissen omgekomen. Drie anderen ontsnapten op het nippertje aan de dood.

Ook Amerikaanse militairen in Irak zijn weer vaker het slachtoffer. April was de dodelijkste maand voor hen sinds 2009. Elf soldaten kwamen deze maand om.