Journalisten uit binnen- en buitenland werden naar de noordwestelijke stad Tijuana, bij de grens met de Verenigde Staten, gevlogen om de vernietiging van 134 ton marihuana te registreren.

De enorme partij drugs werd woensdag (lokale tijd) in brand gestoken. De brandweer vermoedt dat het twee dagen gaat duren voordat de laatste balen softdrugs in rook zijn opgegaan.

De marihuana was maandag in beslag genomen in Tijuana, een stad die tot twee jaar terug bekend stond als een van de steden die het zwaarst te lijden hadden onder drugsgeweld in Mexico.

Het geweld is volgens de The New York Times inmiddels geluwd. Toch werden er dit jaar circa zeshonderd mensen vermoord in Tijuana.

In de afgelopen vier jaar zijn er in heel Mexico bijna 30.000 mensen om het leven gebracht tijdens de drugsoorlog. Diverse kartels strijden om de beste smokkelroutes richting de Verenigde Staten, verreweg de belangrijkste afzetmarkt voor drugs.

De autoriteiten hebben onder meer duizenden militairen ingezet om de criminelen te bestrijden. Dit leidde tot nog meer sterfgevallen, mede doordat het leger en de lokale en federale politie vaak gebrekkig samenwerken. Corruptie is een groot probleem binnen de politie en het leger. Veel agenten en militairen staan op de loonlijst van criminele organisaties.

Grote partijen drugs passeren dagelijks onopgemerkt de grens tussen Mexico en de VS. Media in binnen- en buitenland plaatsen al geruime tijd grote vraagtekens bij effect van het beleid van de Mexicaanse autoriteiten tegen de drugskartels.