Wat gebeurt er met migranten die van zee worden gered?
Eenmaal in Europa, mogen migranten niet zomaar worden teruggestuurd.
Volgens de Europese regels heeft iedere migrant die in de Europese Unie aankomt het recht om asiel aan te vragen. In het Verdrag van Dublin spraken de EU-lidstaten af dat het land waar iemand aankomt ook verantwoordelijk is voor de asielprocedure. Iemand die in Griekenland aankomt, moet dus in dat land asiel aanvragen.
De meeste migranten willen niet in Italië en Griekenland blijven.
De praktijk van het Dublinverdrag is anders. Dit komt deels omdat asielprocedures tussen EU-landen verschillen. In Zweden mogen asielzoekers bijvoorbeeld werken en Duitsland staat bekend om zijn goede opvangcentra. Migranten willen dus liever in die landen asiel aanvragen en dat mag volgens het Dublinverdrag maar in één EU-land tegelijk.
Mensensmokkelaars spelen in op de wens van migranten om in een Noord-Europees land asiel aan te vragen. Omdat de toestroom van migranten zo groot is, laten Griekenland en Italië ook mensen toe tot de Schengenzone voor ze een asielaanvraag hebben ingediend, waarmee ze het Dublinverdrag schenden.
Ook Duitsland beloofde vorige zomer vluchtelingen uit Syrië op te nemen voordat ze een asielaanvraag hadden ingediend in hun land van aankomst.
Noord-Europa krijgt de meeste asielaanvragen.
Volgens de Internationale Migratie Organisatie (IOM) kwamen vorig jaar ruim een miljoen migranten over de Middellandse Zee naar Europa. Het overgrote merendeel kwam aan in Griekenland en Italië, maar het aantal asielaanvragen was vorig jaar het hoogste in Duitsland, Oostenrijk, Zweden en Hongarije.
Dit laatste land vormt een uitzondering, omdat duizenden migranten (vorig jaar zo’n 39.000) Europa via land bereiken en Hongarije het eerste EU-land is op hun route.
Italië stond vorig jaar als vijfde op de lijst met de meeste asielaanvragen, Nederland als zevende en Griekenland stond op plaats veertien.
Niet iedereen die asiel aanvraagt, mag blijven.
Terwijl vorig ruim 1,3 miljoen keer asiel werd aangevraagd in de EU, werden zo’n 300.000 asielaanvragen daadwerkelijk goedgekeurd, blijkt uit cijfers van het Europese statistiekbureau Eurostat. Dat gaat niet noodzakelijk om dezelfde personen, omdat een asielprocedure een aantal jaar in beslag kan nemen.
De helft van de mensen van wie de asielaanvraag in 2015 werd goedgekeurd, kwam uit Syrië. Zij krijgen daarmee de status van 'vluchteling' en hebben recht op een asielvergunning. Ook migranten uit Eritrea, Irak, Afghanistan en Iran kregen vaak een verblijfsvergunning.
Europa wil vluchtelingen beter over Europa spreiden.
Met een zogenoemde 'verdeelsleutel' wil de EU vluchtelingen die in Griekenland en Italië aankomen beter over de lidstaten spreiden. Europa wil zo 120.000 vluchtelingen herverdelen. Nederland zou zevenduizend vluchtelingen moeten opnemen.
In veel landen is weerstand tegen de herverdeling. Zo konden inwoners van Hongarije tijdens een referendum stemmen over de verplichte opname van vluchtelingen.
EU-landen hebben een lijst met veilige landen om onterechte aanvragen af te wijzen.
Het gaat hier vooral om Balkanlanden zoals Kosovo en Servië, maar ook om Marokko, waarvandaan veel mensen naar Europa komen wegens economische redenen. Zij worden na een zogenoemde 'verkorte asielprocedure' veelal teruggestuurd naar hun land van herkomst.
Migranten uit conflictgebieden, zoals Syrië en Irak, of mensen die behoren tot een etnische, politieke of religieuze minderheid en die in hun eigen land dreigen te worden vervolgd, hebben wel recht op asiel in Europa.
Voor sommige landen is de definitie 'veilig' en 'niet-veilig' niet vanzelfsprekend. Zo staan veel Afrikaanse landen zoals Ethiopië, Kenia en Tanzania niet op de lijst, terwijl er geen oorlog heerst. Asielaanvragen uit deze landen kosten veel tijd, omdat er veel bewijslast nodig is.
Vluchtelingen in Nederland krijgen eerst een tijdelijke asielvergunning.
Dit zijn de zogenoemde statushouders. Zij krijgen veelal een verblijfsvergunning voor vijf jaar, wat betekent dat ze recht hebben op huisvesting, naar school kunnen en mogen werken.
Als ze in die vijf jaar slagen voor een zogenoemde inburgeringstest, waaruit blijkt dat ze de Nederlandse taal goed beheersen en goed geïntegreerd zijn, dan komen ze in aanmerking voor een permanente verblijfsvergunning en kunnen ze de Nederlandse nationaliteit aanvragen.
Als de situatie in het thuisland in de tussentijd weer veilig is, kunnen vluchtelingen worden teruggestuurd. Vorig kreeg Nederland een recordaantal van 59.000 asielaanvragen te verwerken. In datzelfde jaar werd 16.450 keer een vergunning verleend.