
Karl Ove Knausgård toont 'alle fjorden van zijn ziel'
Vorige maand verscheen in Scandinavië deel zes. Knausgård strijd veranderde hem van een veelbelovend talent in een schrijver met popsterrenstatus.
Wanneer besloot u om van Karl Ove Knausgård een personage te maken?
"Ik wilde al heel lang over mijn vader schrijven. Maar met pure fictie lukte me dat keer op keer niet. Ik moest mijzelf ook keihard op het kruis nagelen. Vastleggen, bijna zonder beperking.
Alleen op die manier kon ik daadwerkelijk de zoektocht naar mijn eigen ik beschrijven. Vandaar dat ik mijzelf tot hoofdpersoon heb gebombardeerd. Ik ben het rauwe materiaal. Ik zet mijn gedachten en daden intuïtief, bijna organisch, op papier en daarna maken derden daar buiten mij om iets anders van."
Een metafysisch experiment?
''Voor mij als schrijver wel. Het is alsof ik bij een overweg sta en de trein van mijn leven langs zie rijden, ruitje voor ruitje zie ik me erin weerspiegeld. Ik wil de momenten vastgrijpen, maar de slagboom is nu eenmaal dicht. Tegelijkertijd zit ik zelf ook in de trein en zie die eenzame jongen staan wachten.
De bel die aanzwelt en weer verdwijnt. Het dopplereffect. Deze serie boeken gaan natuurlijk ook over de werking van herinnering. Het fijne van literatuur is dat het objectiveert. Je hebt er zelf geen controle meer over.''
De reacties zijn ook ‘out of control’?
''Prijzen, vertalingen, jubelende recensies, maar ik word ook gestalkt. Brievenschrijvers. Boze mensen die, in verband met de titel van de serie, mij voor nazi uitschelden. Terwijl Hitler met zijn boek beslist niet zichzelf onderzocht.
Fans die mij met de boeken in de hand achterna rennen. In de supermarkt word ik gefilmd, journalisten liggen in mijn tuin en er zijn rechtzaken tegen me aangespannen. Niet iets waar ik op uit was. Ik ben een schrijver en onderzoek het leven.''
U schrijft over uzelf zonder een blad voor de mond te nemen. Verklaart dat het succes?
''Ik heb geen bijzonder leven geleid. Ik denk dat het komt omdat de boeken veel invalshoeken hebben. Iedereen kan er wel wat in herkennen. Zijn of haar haak erin slaan. In dit eerste deel moet ik als jongeling mijn draai zien te vinden.
Ik beschrijf de invloed die de muziek op me heeft gehad. Sterker nog het was mijn enige echte kameraad in de bossen en de fjorden. Het gebied in Noorwegen waar ik ben opgegroeid is een metafoor voor eenzaamheid.
Natuurlijk waren er meisjes en alcohol en mijn autoritaire vader wiens harde hand ik zo veel mogelijk probeerde te vermijden. Hij was een leraar van de klassieke soort. Hij duldde geen tegenspraak.''
Wat volgt? Het lijkt lastig om hierna nog een ‘gewone’ roman te schrijven?
''Ik ben pijnlijk eerlijk geweest. Heb veel aan mijn omgeving moeten uitleggen. Ik had niet verwacht dat dit experiment, deze serie ‘zelfhulpboeken’, in de letterlijk zin van het woord, zo veel belangstelling zou krijgen. Ik heb alle fjorden van mijn ziel laten zien. Het is aan mij om nu een plekje voor mij en mijn gezin te vinden.''
Min Kamp kan toch bijna niet voor de volle honderd procent autobiografisch zijn?
''Ik heb mijn leven op het spel gezet, dat was ook de ambitie. Ik wilde zo eerlijk zijn als mogelijk, maar dat tot in detail tot het einde vol te houden is onmenselijk. Op een paar plekken heb ik nog wel een masker gedragen.''