Schrijfster Azam Zanganeh geeft de taal het laatste woord
Nabokovs boeken - en dan vooral Ada, Lolita en Geheugen, spreek hebben de kijk van Azam Zanganeh op het (literaire) leven gevormd.
Haar boek wordt in tweeëntwintig landen gedistribueerd en er staan vertalingen op stapel. De Nederlandse vertaling verscheen in mei bij Uitgeverij Contact.
De tovenaar, Nabokov en geluk is een speelse ‘roadnovel’. Voorin zit een plattegrond van een Nabokoviaanse wereld. Het staat de lezer vrij om een eigen route te kiezen.
U heeft uzelf eigenlijk helemaal weggecijferd in dit boek. Nogal ongebruikelijk voor een jonge auteur, zeker in deze tijd.
"De inhoud moet weer voorop staan. Het is een boek over het geluk dat taal kan schenken. Het werk van Nabokov bevat een heel eigen muziek, net als Shakespeare. Hoewel de twee niet met elkaar te vergelijken zijn.
Ik herlees Nabokov vaak en elke keer word ik weer verrast door de muzikaliteit, sterker nog: bij elke herlezing worden er tonen toegevoegd.
Zoals ik zeg in de inleiding: wij lezen om de wereld te hertoveren. Daarvoor moeten we belangwekkende schrijvers lezen. Een race tegen de klok. De prijs is dat we voort moeten ploeteren door een atlas van zinnen.
Dat we ons een nieuwe taal eigen moeten maken. Maar daar worden we voor beloond. De creatieve lezer wordt een mededromer. Tijdens het schrijven van het boek, raakte ik steeds meer op de achtergrond, ging ik steeds meer door de lens van Nabokov kijken. Ik werd fictief."
Elke lezer zijn of haar unieke ervaring?
"Bij het lezen moeten we op zoek naar de verborgen wereld, een wereld die tegelijkertijd wél en niet langer de roman is die we lezen. Het veranderen van alledaagse voorvallen in unieke verrassingen."
Een sprong in het diepe aan de hand van Nabokov, met de verbeelding als reddingslijn?
"Literatuur is voor mij sinds ik Nabokov heb gelezen geen ‘handleiding’ voor geluk, maar een ‘ervaring’ in geluk. Het betekent overigens niet dat hij vrolijke verhalen schreef met blijmoedige personages. Hij kende natuurlijk zelf ook zijn problematiek – gevlucht voor de bolsjewieken, net ontsnapt aan de nazi’s en een problematische affaire aan het begin van zijn huwelijk.
De intense vreugde ontleen ik aan een andere bron: de poëtische ervaring van uitersten, grenzen, het open einde. De extase van Nabokov is verborgen in de verhalen over verlangen, die grenst aan de waanzin en er soms overheen gaat, op het wrede af. Nabokov wist de grenzen van de taal uit. Overigens ben ik niet dol op zijn vroegere werk en op zijn gedichten."
Het is een moedige stap om te debuteren met zo’n speels boek.
"Ik kom uit Iran, heb in Parijs gestudeerd en woon nu al weer dertien jaar in New York. De Amerikaanse uitgevers wilden dat ik over Iran schreef.
De commerciële machine wil je opvreten. Maar wat doe je nádat je twee boeken over Iran hebt geschreven? Dan spugen ze je uit. Ik werd heel hard gepusht om het boek te veranderen in het verhaal van een jonge vrouw die ‘gered’ was door het lezen van de boeken van Nabokov.
Ze wilden als het ware een Lolita in Parijs en New York. Je moet compromisloos schrijven. Gelukkig had ik een zeer goede agent. De Amerikaanse en Engelse pers schreven vreemd genoeg drie regels over het boek en columns vol over mijn persoon. Op die manier wordt het boek obscuur."
Er staat ook een fictief interview in met Nabokov. U brengt de lezer graag op een dwaalspoor?
Geloof het of niet, maar twee journalisten zeiden tegen me dat ze erg jaloers waren dat ik Nabokov had geïnterviewd. Beangstigend, in het tweede hoofdstuk meld ik dat ik tien maanden oud was toen hij stierf.
In interviews gaat men steeds minder uit van het boek, liever praat men een beetje om de auteur heen. Maar ik ben net als Nabokov een positief mens. In tegenstelling tot wat er wordt beweerd, denk ik dat het boek altijd zal blijven bestaan. Mensen hebben verhalen nodig, in welke vorm dan ook.
Uw stijl past goed bij de opmaak. Wanneer werd het duidelijk dat het deze vorm moest zijn?
"Ik heb altijd gedacht dat Nabokov een schrijver was ‘van het grote geluk’, uiteraard met schaduwen. Alleen Updike begreep dat hij extatisch schreef. Critici waren veel te veel bezig met het morele aspect van de boeken. Hij maakte voortdurend tegenstrijdige opmerkingen over zijn personages.
Daarom wilde ik dit boek zo levendig en kleurrijk maken als het maar kon. Binnen de grenzen, anders wordt het kitsch. Daarom heb ik besloten om elk hoofdstuk in een andere vorm te gieten.
In de hoop dat het dan niet alleen de ‘echte Nabokovianen’ zou aanspreken. Ik wilde niet lesgeven. Het boek is een performance van het gevoel. Een introductie naar zinnelijkheid."