
Waarom de astronomische lente begint, terwijl de meteorologische al is begonnen
Meteorologen beschouwen 1 maart als het begin van de lente. Dat heeft te maken met het bijhouden van statistieken.
Volgens weerkundigen is het makkelijker om met hele kalendermaanden te werken. December, januari en februari vormen de winter en juni, juli en augustus de zomer. De herfst (september, oktober en november) en de lente (maart, april en mei) zitten daartussenin.
Al sinds 1780 zien weerkundigen 1 maart al het begin van de lente. Toen besloot een van de eerste internationale weerorganisaties, de Societas Meteorologica Palatina onder leiding van de Duitse keurvorst Karl Theodoor, steeds drie achtereenvolgende kalendermaanden als een seizoen te bestempelen.
Sterrenkundigen houden een ander moment aan als het begin van de lente. De astronomische lente begint wanneer de zon recht boven de evenaar staat.
Het precieze moment varieert door de jaren heen. Meestal gebeurt dat op 20 maart, maar ook weleens op 19 of 21 maart.
De komende jaren begint de astronomische lente op 20 maart. Dit jaar om 22.24 uur, om precies te zijn. En in 2044 en 2048 staat de zon op 19 maart boven de evenaar. Dan begint de astronomische lente dus een dag eerder.
Dit jaar moeten we nog wel even wachten op het lenteweer. "Het weer komt de afspraak niet na. Het wordt zeer herfstachtig", schrijft meteoroloog Johnny Willemsen van Weerplaza.
Zo komt er voornamelijk koudere lucht richting Nederland en kan het deze eerste lentedagen 's nachts nog vriezen. Bovendien valt er op meerdere andere dagen van de week veel regen. Woensdagochtend gebeurt dat zelfs in het hele land.
Later deze week komt de zon vaker tevoorschijn, maar gaat het ook harder waaien. "Vanaf donderdag is de wind nadrukkelijk aanwezig. Die factor versterkt het herfstgevoel dat het natte weertype al oplevert", vervolgt Willemsen. Het kan zelfs gaan onweren en hagelen met windstoten tot en met 75 kilometer per uur. "Zonnig en warm lenteweer zit er nog niet in."
NUjij: Uitgelichte reacties