
COA gaf geweld tegen minderjarige asielzoekers niet door, inspectie wil uitleg
In de handhavings- en toezichtlocatie (htl) in Hoogeveen hebben sinds 2020 zeker dertig minderjarige asielzoekers gezeten. Het gaat om tieners die zonder ouders naar Nederland zijn gekomen (amv's). Zij veroorzaakten te veel overlast op andere opvangplekken en werden daarom in de speciale opvang in Hoogeveen geplaatst.
In die gesloten opvang zijn volgens NRC de afgelopen jaren zeker twintig geweldsincidenten geweest. Zo kreeg een van de tieners vorig jaar een spuugzak over zijn hoofd, nadat medewerkers hem naar de grond hadden gewerkt omdat hij ze bespuugde.
Ook zou een minderjarige asielzoeker zonder aanleiding zijn geslagen door een medewerker. Die medewerker werd weggestuurd, maar het COA meldde dit niet aan Nidos, de organisatie die voogdij heeft over de tieners. Nidos kan vervolgens een melding maken bij de jeugdinspectie.
Inspectie wil dat alle geweldsincidenten worden gemeld
Het COA geeft toe dat het in die twee gevallen een melding had moeten maken. In de achttien andere gevallen ging het volgens de organisatie om "niet meldenswaardige" incidenten. De medewerkers zouden de incidenten niet doelbewust hebben achtergehouden, maar niet hebben geweten dat ze deze door moesten geven.
De inspectie is het niet eens met het COA, zeggen ze tegen NRC. Alle geweldsincidenten moeten volgens de inspectie minimaal met Nidos worden besproken. Zij kunnen dan, indien nodig, de inspectie inschakelen. Dat is nu niet gebeurd. De inspectie heeft het COA daarom om opheldering gevraagd.
Een paar maanden geleden concludeerde de Inspectie Justitie en Veiligheid nog dat medewerkers van de opvanglocatie in Hoogeveen soms onnodig geweld gebruikten. Staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) zei toen dat er geen sprake was van een patroon. Volgens hem waren de incidenten waarbij onterecht geweld was gebruikt uitzonderlijke situaties die vervolgens onderzocht werden.
NUjij: Uitgelichte reacties