
Stagediscriminatie aanpakken duurt lang, dus nu komt het nog op docenten aan
Opeenvolgende kabinetten willen al jaren een einde maken aan discriminatie van stagiairs in het mbo en het hoger onderwijs. Zij worden bijvoorbeeld op basis van een migratieachtergrond of een beperking gediscrimineerd.
Maar zo gemakkelijk is dat niet, zegt Machteld de Jong. Zij is lector diversiteitsvraagstukken bij Hogeschool Inholland en werkt voor de overheid ook twee dagen per week aan het dossier stagediscriminatie in het hoger onderwijs.
Voor de aanpak van dat hardnekkige probleem is volgens de sociale wetenschapper een lange adem nodig. "Het is niet zo dat stagebedrijven bewust discrimineren", zegt De Jong. "Onbekend maakt onbemind, blijkt uit ons onderzoek." Ze wil daarom blijven praten met bedrijven die twijfelen over het aannemen van stagiairs met bijvoorbeeld een migratieachtergrond.
Volg dit onderwerp
Bedrijven dwingen heeft geen zin
De afgelopen jaren zijn al meerdere projecten tegen stagediscriminatie opgestart. Vandaag volgt de lancering van een nieuw werkprogramma in het hoger onderwijs. De ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) hebben in totaal ruim 900.000 euro beschikbaar gesteld voor het project dat tot 2026 loopt.
OCW en SZW hebben expertisecentrum ECHO ingehuurd om het werkprogramma vorm te geven. "Stagediscriminatie is taai", zegt ECHO-directeur Mary Tupan daarover. "Het uitbannen gaat tijd kosten."
De Jong legt uit dat je stagediscriminatie niet met een paar beleidswijzigingen snel en eenvoudig kunt uitbannen. Laat staan met dwang. "Als je deze bedrijven gaat dwingen om hun gedrag snel te veranderen, haken ze juist af. Het gevolg is minder stageplekken."
'Ik deed nederig uit angst opnieuw weggestuurd te worden'
Hbo-studente sociaal-juridische dienstverlening Jacqueline Acquah is het met De Jong eens. "Hardleerse stagebedrijven zullen er altijd zijn", denkt de 25-jarige Amsterdamse met een Nederlands-Ghanese achtergrond. "Straffen werkt niet."
Voorafgaand aan het hbo rondde Acquah een mbo-opleiding af. Daar deed ze als stagiair negatieve ervaringen op. "Na zes maanden werd mijn stage bij een bedrijf stopgezet", vertelt de studente aan de Hogeschool van Amsterdam. "Ik zou niet voldoende passen bij de afdeling."
Ook witte meisjes uit de polder met laagopgeleide ouders hebben moeite om hun eerste stage te regelen.
Maar na het voortijdige einde van haar stage belden werknemers van dat bedrijf de Nederlands-Ghanese studente op. Haar stagebegeleider zou sowieso niet blij zijn geweest met mensen met een migratieachtergrond.
Door die ervaring voelde de nu 25-jarige Amsterdamse zich gedwongen om zich anders te gedragen. "Bij de volgende mbo-stageplek deed ik erg nederig. Ik wilde niet opnieuw weggestuurd worden."
Daarna ging Acquah ook angstig en voorzichtig haar stages op het hbo in. "Ik werd timide. Maar dat is niet mijn karakter."
'Als docent moet je sowieso proactief zijn'
Op het hbo verliep het vinden van een afstudeerplek moeizaam voor Acquah. De Jong bood de studente "na een ijzersterke afstudeerpitch" een afstudeerplek aan bij het lectoraat diversiteitsvraagstukken van Inholland.
De studente deed daar op eigen initiatief onderzoek naar hoe jongeren met een migratieachtergrond hun kansen op de arbeidsmarkt kunnen verbeteren door te netwerken.
"Jacqueline is gewoon heel goed", benadrukt de lector diversiteitsvraagstukken. "Ze heeft mede door haar achtergrond juist een toegevoegde waarde voor ons lectoraat. De verhalen van jongeren met een migratieachtergrond krijgen onder meer via haar een plek in onze onderzoeksvragen naar diversiteit. Dat is belangrijk om deze vraagstukken goed aan te pakken."
Voor jou kan zomaar een ander bedrijf in de plaats komen dat diversiteit wél omarmt.
De Jong is naar eigen zeggen "zeker niet de enige" docent en lector die studenten die moeilijk een stageplek kunnen vinden binnen de eigen opleiding of een lectoraat laat stage lopen of afstuderen. Opleidingen en docenten zouden in de strijd tegen stagediscriminatie beter gebruik kunnen maken van hun eigen netwerk.
Volgens De Jong hoeven opleidingen zich daarbij niet alleen te richten op studenten met een migratieachtergrond. "Ook witte meisjes uit de polder met laagopgeleide ouders hebben soms moeite om hun eerste stage te regelen. Zij hebben het stage lopen niet van huis uit meegekregen. Als docent moet je dus sowieso proactief zijn."
Een goed woordje voor een stagiair doen kan al helpen
Het kan al helpen als docenten hun studenten er ruimer van tevoren aan herinneren dat de volgende stageperiode eraan komt, licht de lector diversiteitsvraagstukken toe. Maar ook is het voor studenten fijn wanneer je zegt dat ze jou als docent als referentie mogen opgeven. Dan kun je een goed woordje voor ze doen bij een potentieel stagebedrijf dat referenties nabelt.
Inmiddels heeft Acquah haar afstudeerscriptie ingeleverd bij De Jong. De hbo-studente wil stagebedrijven die twijfelen over het aannemen van stagiairs met een migratieachtergrond meegeven dat Nederland nu eenmaal een diverse samenleving is.
"Het is slim als je daarin meegaat. Voor jou kan zomaar een ander bedrijf in de plaats komen dat diversiteit wél omarmt."
Jacqueline Acquah is niet de echte naam van de geïnterviewde. We hebben op haar verzoek een andere naam gebruikt. De echte naam is bekend bij de redactie.
NUjij: Uitgelichte reacties