
Hoe het sluiten van kinderhartchirurgiecentra al jarenlang voor onrust zorgt
De Gezondheidsraad zei in 1993 al dat kinderhartchirurgie op minder plekken uitgevoerd moest worden. Sindsdien hebben niet alleen de Gezondheidsraad, maar ook andere zorgautoriteiten zich hier meerdere keren over uitgesproken.
"De rode draad in al deze adviezen is dat de zorg verder geconcentreerd zou moeten worden", vatte toenmalig minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge in 2021 samen in een Kamerbrief. Maar er is weinig steun voor de sluiting van de afdelingen. En daarom is het na al die jaren nog steeds niet gelukt om een besluit te nemen.
Deze ziekenhuizen hebben nu een afdeling voor kinderhartchirurgie:
- Erasmus MC Rotterdam
- Universitair Medisch Centrum Utrecht
- Universitair Medisch Centrum Groningen
- Centrum voor Aangeboren Hartafwijkingen Amsterdam-Leiden
Het verplaatsen van de kinderhartchirurgie van vier naar twee plaatsen is nodig omdat de zorg dan beter wordt. Het gaat alleen om operaties bij hartpatiënten die ernstige problemen hebben. De patiënten kunnen nog wel steeds voor voor- en nazorg of controles naar de 'gesloten' afdelingen.
Het is niet zo dat de zorg in de vier ziekenhuizen op dit moment slecht is, maar operaties komen bij deze kleine groep patiënten niet heel vaak voor. Als een paar artsen zich specialiseren in bepaalde ingrepen en deze zo vaak mogelijk kunnen uitvoeren, worden ze daar ook beter in.
Daarnaast zijn er zorgen over de toekomst. De zorg is nu al kwetsbaar omdat maar weinig artsen hierin gespecialiseerd zijn. De artsen hebben een hoge werkdruk en er zijn maar weinig mensen die in kunnen vallen bij bijvoorbeeld ziekte. De twaalf kinderhartchirurgen hebben "in feite altijd dienst", ook tijdens hun vakanties, schreef de Volkskrant.
Maar de sluiting kan ook nadelige effecten hebben. Als er alleen nog in Groningen en Rotterdam geopereerd wordt, moeten kinderen en hun ouders verder reizen voor hun operatie. Mogelijk hebben de Ronald McDonald Huizen, waar ouders kunnen slapen en uitrusten, dan niet genoeg plek meer.
Het besluit roept niet alleen emotie op bij de patiënten, maar ook binnen de ziekenhuizen zelf. "Het is een boom die zo verworteld is in onze organisatie, dat het pijn doet op alle afdelingen", zegt Douwe Biesma, bestuursvoorzitter van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), tegen de Volkskrant.

Al lange tijd wordt veel gediscussieerd over (de gevolgen van) het besluit. Zo werd er al gesproken over de mogelijke gevolgen voor het LUMC, dat zijn academische status kan verliezen. Want als de kinderhartchirurgie daar verdwijnt, moet de intensive care voor kinderen misschien ook dicht. Het ziekenhuis heeft daarom aangekondigd naar de rechter te stappen als minister Kuipers bij zijn plan blijft.
Door de onzekerheid komt ook de samenwerking tussen de ziekenhuizen onder druk te staan. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd zag dat ziekenhuizen al minder goed samenwerkten. Ze deelden bijvoorbeeld minder kennis met elkaar en hartchirurgen in opleiding worden minder vaak uitgewisseld.
Minister Kuipers neemt na maandag 27 februari een definitief besluit. Hij had eerst de ziekenhuizen gevraagd onderling te bespreken welke afdelingen mochten openblijven, maar daar kwamen ze niet uit.
Daarom maakte Kuipers op 13 februari zijn voornemen bekend om de ziekenhuizen in Rotterdam en Groningen hun afdelingen te laten behouden. De ziekenhuizen mogen daar tot maandag op reageren, waarna de minister de knoop gaat doorhakken.
NUjij: Uitgelichte reacties