
Kinderen lezen nog slechter: 'Lessen gaan niet genoeg over inhoud'
Het is geen nieuw signaal, zegt Els Stronks, hoogleraar Vroegmoderne Literatuur aan de Universiteit Utrecht. Zij adviseerde de overheid de afgelopen jaren via diverse adviesgroepen.
"Het probleem is ontstaan doordat eind jaren negentig de nadruk kwam te liggen op begrijpend lezen. Het accent ligt nu op het begrijpen van structuren van teksten", legt ze uit. "De aanname was dat goede lezers veel hebben aan het snappen van de structuren in teksten, en dat dit ook beginnende lezers zou helpen."
In theorie klopt dit ook, voegt Stronks daar meteen aan toe. "De effectiviteit van dit type onderwijs is aan te tonen in kleine onderzoekjes. Als je kinderen zes weken lang op deze manier traint, en een andere groep kinderen niet, dan is bewezen dat er daadwerkelijk vooruitgang in de leesvaardigheid te zien is."
Op lange termijn is effect niet bewezen
Het probleem is volgens de hoogleraar dat op de lange termijn, dus gedurende de hele schoolcarrière, ook andere zaken een rol gaan spelen die nu veel te weinig aandacht krijgen. "Simpel gezegd: je creëert wel leerlingen die goed structuren kunnen begrijpen, maar die helemaal geen plezier hebben in lezen omdat ze met de inhoud weinig hoeven te doen. Als dit een medische situatie was, zou ik zeggen: de operatie was succesvol, maar de patiënt is toch overleden."
Deze patstelling wordt volgens Stronks verder versterkt doordat het hele systeem van toetsen en examens in Nederland is afgestemd om het ontwaren van die structuren. "In het centraal examen komt toetsing van wat je met de inhoud kan bijna niet meer aan bod. Je zal van hogerhand heel het systeem moeten kantelen om dit te doorbreken. En dus het idee loslaten dat alleen lesgeven over structuren goed is."
Nederland en Vlaanderen zijn uitzondering
Nederland en Vlaanderen staan in Europa vrij alleen in deze lesaanpak, weet Stronks. "Leerlingen moeten niet alleen leren hoe een tekst in elkaar steekt. Maar ze moeten ook leren wat ze moeten doen met gevoelens of gedachten die een tekst losmaakt bij ze. Praat met leerlingen over zaken die ze lezen en die ze boos maken, of waar ze gepassioneerd van worden."
Zij vergelijkt het met een zakelijke vergadering over een belangrijk onderwerp. "Volwassenen zouden ook gefrustreerd raken als je dan alleen maar gaat praten over welke zinsvormen er gebruikt zijn om dat belangrijke onderwerp te omschrijven. Dat zou heel demotiverend werken."
Overigens heeft Stronks ook goed nieuws over de dalende cijfers: "Je ziet dat er veel docenten zijn die toch hun eigen plan trekken. En die als ze merken dat leerlingen die structuren wel kennen, een andere invulling aan de lessen geven."
NUjij: Uitgelichte reacties