Dat oordeel is een flinke tegenvaller voor het kabinet. Dat had de maatregel ingesteld om de opvangcrisis tegen te gaan.

De maatregel hield in dat nareizigers pas een visum (en dus toestemming om naar Nederland te komen) kregen op het moment dat er daadwerkelijk een woning voor ze gereed was. Als na vijftien maanden nog geen woning gevonden was, mochten familieleden alsnog komen. De maatregel zou tot en met 2023 van kracht zijn.

In de zaak is een Syrische familie in het gelijk gesteld. De vrouw van het gezin kreeg een asielvergunning in Nederland, maar haar man en zes kinderen moesten dus nog wachten, tenzij zij zelf eerder een geschikte woonruimte vond.

Daar maakte de familie bezwaar tegen. Het ministerie van Justitie en Veiligheid neemt hun argumenten nog in behandeling, maar de familie vroeg de voorzieningenrechter alvast om zich over de zaak te buigen. De rechtbank oordeelt dat "het bezwaar een goede kans van slagen heeft".

Zo is er volgens de rechter een bewijs van "spoedeisend belang" voor de gezinshereniging. De familie verblijft momenteel in Soedan en hun tijdelijke visum verloopt over een week. Daarnaast benoemt de rechter dat de kinderen door de maatregel langer gescheiden blijven van hun moeder.

"Het belang van de familie, en vooral dat van de minderjarige kinderen, om nu spoedig met hun moeder te worden herenigd, weegt zwaarder dan het belang van het kabinet om de opvangcrisis het hoofd te bieden", zei de rechter. De familieleden moeten binnen 24 uur alsnog toestemming krijgen om naar Nederland te komen.

De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) laat weten meteen een visum voor het gezien te gaan regelen.

Het is voor het eerst dat de nareismaatregel voor de rechter is gelegd. Die bevestigt nu wat critici eerder al zeiden. "Een heel helder en keihard oordeel", zegt Wil Eikelboom, voorzitter van de Vereniging Asieladvocaten en -Juristen Nederland (VAJN).

Eikelboom zegt dat het oordeel niet alleen is toegespitst op deze zaak, maar in het algemeen de nareismaatregel onderuithaalt. "Je kan wel zeggen: het is één rechter in één zaak die dit zegt, en het is een voorlopig oordeel. Maar aan de andere kant is dit een maatregel waarvan alle juristen al zeiden dat het in strijd was met de wet."

Het is de vraag wat de uitspraak nu precies gaat betekenen. Volgens Eikelboom zijn er twee opties. "Of de staatssecretaris zegt nu: de maatregel is in strijd met de wet, dus ik trek deze in. Een andere optie is dat dat niet gebeurt, omdat het slechts één rechter is die dit nu oordeelt. Dan zullen er meer mensen naar de rechter stappen, en die gaan gelijk krijgen."

VluchtelingenWerk zegt in een reactie dat het "fel bekritiseerde beleid nu definitief onhoudbaar is geworden". De organisatie zegt het kwalijk te vinden dat het kabinet het op de rechter aan liet komen. Bij twijfels of een maatregel juridisch klopt, had het kabinet naar de Raad van State moeten stappen. "Zo kan men voorkomen dat mensen gedupeerd worden door beleid dat achteraf toch niet wettig blijkt te zijn."