
Aanrijding Tamar uit Marken wordt opnieuw onderzocht
Deze beslissing is genomen in een zogeheten artikel 12-procedure die door advocaat Sébas Diekstra namens de ouders van het meisje was aangespannen.
Diekstra zegt dat de beslissing van het hof de ouders "het volste vertrouwen geeft" dat er uiteindelijk recht zal worden gedaan aan de zaak en aan Tamar. "Daarbij mag niet onvermeld blijven dat de wijze waarop de politie en het OM zich de afgelopen periode hebben ingezet voor de zaak een enorme steun voor mijn cliënten is geweest."
Tamar verliet in de nacht van 25 juli 2020 haar woning na een discussie over haar bedtijd. De politie vond haar lichaam later in de berm van de Zeedijk tussen Marken en Monnickendam.
Vorig jaar oordeelde het OM in Noord-Holland dat een destijds 28-jarige man hier verantwoordelijk voor was, maar dat hij niet wist dat er sprake was van een aanrijding. De man verklaarde dat hij was doorgereden omdat hij dacht dat hij in een gat in de weg was geraakt.
Verdachte kreeg alleen boete voor rijgedrag
Het OM besloot hem destijds slechts een boete op te leggen. Die kreeg hij omdat hij niet goed op de weg zou hebben gelet. Met de artikel 12-procedure vochten de ouders deze beslissing aan.
Het hof vindt nu dat er onvoldoende onderzoek is gedaan in de zaak. Volgens advocaat Diekstra moet de verdachte vervolgd worden voor het veroorzaken van een verkeersongeval door schuld, voor het verlaten van de plaats van het ongeval en voor het nalaten hulp te verlenen.
De ouders van Tamar hebben nog vragen over wat er die nacht precies gebeurde. Zo zijn er aanwijzingen dat het lichaam van de tiener mogelijk is verplaatst na de aanrijding.
Volgens de advocaat van de bestuurder, Anis Boumanjal, wordt zijn cliënt enkel vervolgd omdat dat wettelijk gezien noodzakelijk is om het onderzoek weer op te pakken. Het is "pertinent onjuist" dat de bestuurder dus automatisch ook voor de rechter zal moeten verschijnen, zegt de advocaat in een verklaring.
Het DNA-materiaal dat onderzoekers vonden op de jas van Tamar, komt volgens Boumanjal niet overeen met dat van de autobestuurder en een medepassagier. Ook zou zijn gebleken dat de auto nooit heeft stilgestaan. Hij en zijn cliënt hebben er dan ook "het volste vertrouwen in" dat nieuw onderzoek niet naar de bestuurder zal leiden.