
Wat is de Dublinverordening en wat heeft die te maken met de drukte in Ter Apel?
De Dublinverordening is een afspraak tussen alle EU-lidstaten en Noorwegen, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein. Daarin is geregeld dat het land waar een vluchteling voor het eerst asiel aanvraagt verantwoordelijk is voor die persoon. Denemarken doet officieel niet mee aan het Dublinverdrag, maar heeft wel eigen afspraken met de EU die vergelijkbaar zijn met het verdrag.
Het doel van de regeling is om te voorkomen dat asielzoekers in meerdere EU-landen een asielaanvraag doen. Ook willen de landen zo voorkomen dat asielzoekers van het kastje naar de muur worden gestuurd. De landen mogen asielzoekers niet naar elkaar doorverwijzen.
De aanvragen worden collectief bijgehouden in een Europees datasysteem voor vingerafdrukken. Wanneer een asielzoeker in een EU-land aankomt, moet hij zijn vingerafdruk afgeven. Die afdruk wordt in het Europese systeem gezet, zodat bijgehouden wordt wie al een aanvraag heeft gedaan.
De regel van de Dublinverordening is dan ook: het land dat een vingerafdruk afneemt, is verantwoordelijk voor de asielaanvraag en eventuele opvang van asielzoekers.
Daarop gelden wel enkele uitzonderingen, bijvoorbeeld wanneer familieleden van een asielzoeker zich al in een ander land hebben gemeld. Een land kan een Dublinclaim indienen als het op basis van de regels vindt dat de verantwoordelijkheid voor de asielzoeker bij een ander land ligt.
De claim moet dan nog wel door het andere land worden goedgekeurd, waarna de asielzoeker kan worden overgebracht naar het andere land.

Landen uit de Dublinverordening mogen asielaanvragen volgens hun eigen regels voor asielopvang behandelen. Dat betekent dus dat asielzoekers in sommige landen een grotere kans hebben op een verblijfsvergunning dan in andere landen. Critici, waaronder Amnesty International, wijzen erop dat dit tot oneerlijke behandeling van asielaanvragen leidt.
Een ander punt van kritiek is de oneerlijke verdeling van het aantal vluchtelingen. In 2015 bijvoorbeeld, toen de vluchtelingencrisis op zijn hoogtepunt was, kregen vooral zuidelijke lidstaten als Italië, Griekenland en Malta veel asielaanvragen.
De eerste versie van het verdrag (Dublin I) werd in 1990 aangenomen en in 1997 ingevoerd. Daarna zijn er een aantal vernieuwingen doorgevoerd, waarvan de nieuwste in 2013 (Dublin III) was.
In die nieuwste aanpassingen is vooral een uitbreiding van rechten voor de asielzoekers geregeld. Zo hebben ze recht op een formeel moment om vragen te stellen over het proces, mogen ze tegen een beslissing in beroep gaan om uitzetting te vertragen en hebben ze recht op gratis rechtsbijstand.
De EU heeft in de hernieuwde afspraken vooral ingezet op minimumnormen waaraan landen moeten voldoen, zodat de onderlinge verschillen in asielregelgeving kleiner worden.
Maar de vraag is wat dit verdrag met de huidige drukte in Ter Apel te maken heeft. Het antwoord is simpel, namelijk: niet veel. De drukte bij het aanmeldcentrum in Ter Apel heeft vooral te maken met de hoge instroom en het gebrek aan mogelijkheden voor asielzoekers om door te stromen.
De Dublinverordening komt alleen in beeld bij vrij uitzonderlijke gevallen. In de zomer van 2021 verklaarde de Raad van State bijvoorbeeld een besluit om Syrische asielzoekers op basis van de Dublinverordening terug te sturen naar Griekenland (het land van aankomst) ongeldig. Reden daarvoor was een Griekse wetswijziging die de rechten voor statushouders in dat land inperkte.
Maar dat soort uitzonderingen zijn volgens een woordvoerder van het ministerie van Justitie en Veiligheid niet bepalend voor het terugdringen van de drukte in Ter Apel.
De woordvoerder legt uit dat corona en het woningtekort veel meer impact hebben. "Een groot probleem nu is de hoge instroom, die best wel lang stil heeft gelegen vanwege corona", aldus de woordvoerder. "Er is een soort inhaalslag gaande."
Het woningtekort zorgt ervoor dat de doorstroom naar andere locaties minder soepel gaat. Asielzoekers melden zich namelijk in Ter Apel, waarna ze door moeten stromen naar een centrale opvanglocatie van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). Als de asielaanvraag wordt goedgekeurd, stromen ze vanuit de opvanglocaties door naar reguliere woningen.
Maar dat wordt dus bemoeilijkt door het woningtekort. Het gaat momenteel om 14.000 mensen die niet door kunnen stromen. "Als er genoeg woningen beschikbaar zouden zijn, dan heb je in één klap 14.000 vrije plekken", aldus de woordvoerder.
Verbetering: In een eerdere versie van het artikel spraken we van de Dublinconventie. Sinds 2003 heet het verdrag echter de Dublinverordening. Dat hebben we aangepast.

NUjij: Uitgelichte reacties