
Hindostaanse vervangers van tot slaaf gemaakten elk jaar herdacht: zo zit dat
Op 5 juni 1873 kwamen de eerste contractarbeiders vanuit India, Pakistan en Bangladesh (het voormalige Brits-Indië) per boot aan in Suriname. Nederland had behoefte aan deze 'Hindostanen', een bevolkingsgroep en niet per definitie aanhangers van de religie Hindoïsme. Nederland kon door het einde van de slavernij zwaar werk niet meer gratis door tot slaaf gemaakten laten uitvoeren.
Voordat ze op het schip de Lalla Rookh naar Suriname vertrokken, waren de Hindostaanse migranten onder valse voorwendselen naar de Nederlandse kolonie gelokt.
Na aankomst werden de contractarbeiders uitgebuit, mishandeld en vernederd op de Surinaamse plantages. Ook racisme was niet ongewoon.
Het Museum Vlaardingen stelt dat ruim vijfduizend jonge mensen omkwamen tijdens de periode van koloniale contractarbeid. Andere studies concluderen dat van de ongeveer 34.000 aangevoerde Hindostanen een op de zes de eerste contractperiode van vijf jaar niet overleefden.
De Hindostaanse contractarbeiders emigreerden tussen 1873 en 1916 naar Suriname. De grote meerderheid bleef na het aflopen van het vijfjarige contract in de toenmalige Nederlandse kolonie. De periode van Hindostaanse contractarbeid stopte in 1916 na protesten vanuit India tegen de uitbuiting.
In feite was er maar één verschil tussen de contractarbeiders en de tot slaaf gemaakten die zij vervingen: de eerstgenoemde groep kreeg na de contractperiode een stukje land. Daar konden ze op wonen en voedsel verbouwen.
Volg dit onderwerp
Rond de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 vertrok een grote groep Hindostaanse Surinamers naar Nederland. Inmiddels telt Nederland ongeveer 170.000 inwoners met een Hindostaanse achtergrond. Dit is de grootste Surinaamse groep in Nederland.
Daarna volgen creolen en Javanen. Kleinere groepen zijn de Chinese Surinamers en de oorspronkelijke bewoners van Suriname.
In Den Haag staat sinds 2004 het Nationaal Hindostaans Immigratiemonument. In die stad wonen ongeveer 45.000 mensen met een Surinaams-Hindostaanse achtergrond. Het monument werd onthuld door toenmalig minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie Rita Verdonk. Suriname staat al sinds de onafhankelijkheid in 1975 ieder jaar stil bij Prawas Din.
Johan Ferrier, de eerste president van het onafhankelijke Suriname, had Hindostaanse roots. Zijn grootmoeder Dhunphutteea kwam als zevenjarig meisje met de Lalla Rookh aan in de toenmalige Nederlandse kolonie. Haar moeder had de reis door uitputting en een gebrek aan voedsel niet overleefd.
Volgens Kathleen Ferrier, voormalig Tweede Kamerlid en de dochter van de eerste president van Suriname, is Prawas Din niet alleen een dag om te herdenken, maar ook om dankbaar te zijn.
"Het unieke karakter van Suriname hebben we deels te danken aan de bijdragen van de Hindostaanse contractarbeiders met een bewonderenswaardig doorzettingsvermogen", zegt Ferrier tegen NU.nl. "Ook Nederland heeft daarvan geprofiteerd in deze gedeelde geschiedenis van landen."
NUjij: Uitgelichte reacties