
Nederland martelde op Bali: hier ging de Onafhankelijkheidsoorlog om
Volg dit onderwerp
Vanaf de zeventiende eeuw voeren (zwaarbewapende) Nederlandse koopvaardijschepen onder de vlag van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) naar de Aziatische eilandengroep die later bekend zou komen te staan als Indonesië. Op de duizenden eilanden waren onder meer zeldzame en waardevolle specerijen te vinden, zoals nootmuskaat en kruidnagel. Daarom waren andere Europese landen, zoals Portugal en Engeland, al actief in het gebied.
Na veel strijd wist de VOC de belangrijkste Europese macht in de eilandengroep te worden. De Nederlanders drijven niet alleen handel meer: ze bezetten ook grondgebied. Na de ondergang van de VOC worden die gebieden een Nederlandse kolonie, die Nederlands-Indië wordt genoemd.
In Nederlands-Indië moesten zoveel mogelijk natuurlijke grondstoffen (zoals hout en aardolie) en landbouwproducten (zoals specerijen en koffie) gewonnen of verbouwd worden, zodat de opbrengst naar Nederland kon worden gestuurd. De plaatselijke bevolking werd slecht behandeld. Sommige mensen werden zelfs tot slaaf gemaakt.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Japan aan de macht in Nederlands-Indië. Dat land viel de Nederlandse kolonie in 1942 binnen. Veel mensen kwamen tijdens de Japanse bezetting om het leven.
Japan onderdrukte zowel de Indonesiërs als de Nederlanders, maar moedigde de Indonesiërs er ook toe aan om aan hun thuis te gaan denken als een eigen land (onder Japanse 'bescherming'): Indonesië.
Vlak na de Tweede Wereldoorlog gebruikten groepen Indonesische paramilitaire organisaties en bendes extreem geweld tegen onder anderen (Indonesische) Nederlanders en mensen die ze ervan verdachten met het Nederlandse gezag samen te werken. Die periode staat bekend als de Bersiap. De Indonesische strijders vermoordden duizenden Nederlanders die net uit Japanse interneringskampen waren bevrijd.
Na de oorlog wilde Nederland de kolonie terug, maar steeds meer Indonesiërs steunden de onafhankelijkheid van Indonesië.
Onze regering stuurde militairen naar Nederlands-Indië om de macht terug te grijpen. Dat werd in Nederland heel lang de 'politionele acties' genoemd (wat een beetje doet denken aan het ingrijpen van de politie in eigen land, tijdens bijvoorbeeld een uit de hand gelopen demonstratie).
Tegenwoordig gebruiken geschiedkundigen liever een andere term: de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog. Daarin kwamen naar schatting ruim 100.000 Indonesiërs om het leven door geweld. Ook 4.500 Nederlandse militairen overleefden de strijd niet. Nederland martelde bovendien op grote schaal Indonesiërs.
Ondanks het Nederlandse geweld lukte het ons land niet om Indonesië opnieuw te bezetten. Op 27 december 1949 werd de kolonie definitief onafhankelijk. Sinds dat moment heet de eilandengroep de Republiek Indonesië.
Dat gebeurde pas na grote internationale druk op Nederland; de Verenigde Staten dreigden de Amerikaanse ontwikkelingshulp aan ons land voor de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog stop te zetten als Nederland oorlog bleef voeren tegen Indonesië.
Nederland maakte in 2020 excuses voor het geweld dat ons land tegen de Indonesiërs had gebruikt. Dat deed koning Willem-Alexander tijdens een staatsbezoek aan Indonesië.
In 2011 bood Nederland weduwen van Indonesiërs die tijdens de Onafhankelijkheidsdoorlog gedood zijn een schadevergoeding aan. Sinds 2020 kunnen kinderen van Indonesische slachtoffers 5.000 euro schadevergoeding krijgen.
In februari 2022 verscheen een groot Nederlands onderzoek over de periode 1945-1950 in Indonesië. Expertisecentrum NIOD concludeerde daarin dat Nederland structureel en extreem geweld had gebruikt.
De harde conclusies van het onderzoeksrapport maakten korte metten met het eerdere standpunt van de Nederlandse regering dat wangedragingen zich alleen bij uitzondering hadden voorgedaan. Premier Mark Rutte bood kort daarna namens de Staat excuses aan aan de bevolking van Indonesië en "iedereen in Nederland die met de gevolgen moet leven, inclusief de veteranen".
NUjij: Uitgelichte reacties