Politie schoot gericht op de relschoppers in Rotterdam: wanneer mag dat?
Volg de nasleep van de coronarellen
Kort samengevat zijn er twee strenge eisen waar een agent aan moet voldoen om te mogen schieten. Maar er is ook één belangrijke uitzonderingssituatie - en die speelde vrijdag mogelijk een rol.
Als het nodig is, mag de politie geweld gebruiken om de orde te handhaven. In Nederland heeft de politie, net als bijvoorbeeld het leger, een zogenoemd monopolie op geweld. Dat betekent dat alleen zij geweld mag gebruiken, en burgers dus niet. Daarvoor gelden wel bepaalde eisen, waarvan dit de twee belangrijkste zijn:
1. Het geweld moet proportioneel zijn, dus in verhouding staan tot het misdrijf én tot het gevaar. Als jij bijvoorbeeld met 140 kilometer per uur over de snelweg rijdt en een politiecontrole omzeilt, ben je fout en riskant bezig. Maar dat geeft de politie zeker nog niet het recht om je neer te schieten.
2. Het geweldsmiddel moet subsidiair zijn. "De politie moet altijd het minst indringende middel op de minst indringende manier kiezen", zegt politiewetenschapper Jaap Timmer van de Vrije Universiteit tegen NU.nl. "Als het niet lukt om een situatie te de-escaleren met je mond (door met een verdachte te praten, red.), dan moet je het met je hand proberen. En als dat niet lukt, dan met de wapenstok, dan met pepperspray, et cetera. Zo bouw je het op."
Vanwege die twee eisen trekken agenten amper hun vuurwapen, aldus Timmer. "Daarvoor moet bijvoorbeeld sprake zijn van een verdachte van een ernstig misdrijf, zoals moord, doodslag of verkrachting, die zich niet zomaar laat arresteren. Of hij of zij moet vuurwapengevaarlijk zijn."
Bij openbare ordesituaties, waarbij het onveilig is op straat (zoals bij de Rotterdamse coronarellen), komen er al helemaal zelden politiekogels aan te pas. Vuurwapengebruik is dan niet nodig en mag doorgaans ook niet, omdat relschoppers in principe geen verdachten zijn van ernstig geweld en ook niet vuurwapengevaarlijk.
Een relschopper die vuurwerk gooit naar een agent doet iets wat niet mag, maar dat is nog geen reden om op hem of haar te schieten.

Relschoppers steken politieauto in brand in Rotterdam
Maar dan de uitzondering. Ook bij rellen kan er een terechte reden zijn voor de agenten om de trekker over te halen: als er sprake is van noodweer. Ze hebben namelijk het recht om zichzelf te verdedigen bij een "ogenblikkelijke wederrechtelijke aanval op hun lijf". Direct met hun vuurwapen, als dat nodig is.
Timmer: "Die 'ogenblikkelijkheid' zegt: op dat moment kon ik niet anders dan schieten, het was hij/zij of ik. Dan moet je met ieder mogelijk middel je leven redden."
Of er in Rotterdam sprake was van noodweer, durft Timmer niet te zeggen. Daarvoor is nog niet genoeg duidelijk, benadrukt hij. De filmpjes die online circuleren, zijn lang niet genoeg voor conclusies. Zo kun je er niet uit opmaken of de politie gericht op een slachtoffer schoot, of dat het - bijvoorbeeld - een 'afzwaaier' was, een kogel met een ander doel.
Om te controleren of vuurwapengebruik van de politie wel terecht is, doet de Rijksrecherche altijd onderzoek als een diender heeft geschoten en daarbij letsel veroorzaakte. En nee, dat is niet zoals de slager die zijn eigen vlees keurt, zegt Timmer. "De Rijksrecherche is een opsporingsinstantie die niet bij de politieorganisatie hoort. Ze werkt daar echt compleet onafhankelijk van. De Rijksrecherche is ondergebracht bij het Openbaar Ministerie en werkt daar ook in opdracht van."
Ook het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft de kwaliteit en onpartijdigheid van de Rijksrecherche altijd erkend. Als een slachtoffer of nabestaande het niet eens is met de conclusies van de Rijksrecherche, kan die altijd nog via het gerechtshof proberen de agent(en) te laten vervolgen.
De politie schoot in ruim twintig jaar tijd twee keer eerder bij rellen:
- In 2009, bij de strandrellen bij Hoek van Holland. Toen werd een relschopper gedood.
- In 1999, bij de 'kampioensrellen' van Feyenoord, ook op de Coolsingel. Toen raakten vier mensen gewond door de politiekogels van één agent.
NUjij: Uitgelichte reacties