Oud-premier Van Agt: Molukkers verdienen excuses koning voor aangedaan leed
Volg dit onderwerp
"Hier ligt een taak voor onze koning", zegt de negentigjarige Van Agt in een interview in de krant. Hij wijst erop dat Nederland Indonesië al excuses heeft aangeboden voor het Nederlandse geweld tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog.
"Wat mij bezighoudt is hoe zuur het voor de Molukkers moet zijn dat zij nog nooit enig medeleven van het Koninklijk Huis hebben gekregen", zegt de oud-premier. "Helemaal nooit!"
Van Agt vindt het ongekend dat de Molukkers, die in het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) hadden gevochten, in 1951 "pardoes" op schepen werden gezet en op staande voet uit het leger werden ontslagen. "Bruter en bruusker had het niet gekund. Ze verloren van de ene dag op de andere hun eer en hun waardigheid."
In Nederland werden de Molukkers in onder meer oud-concentratiekampen ondergebracht, omdat hun verblijf slechts 'tijdelijk' zou zijn.
Van Agt gaf opdracht om treinkaping gewelddadig te beëindigen
Van Agt gaf in 1977 als minister van Justitie in het kabinet-Den Uyl mede de opdracht om met harde hand een einde te maken aan de treinkaping bij het Drentse dorp De Punt.
De Molukkers wilden met de kaping afdwingen dat Nederland zich zou inzetten voor een zelfstandige Molukse staat. De gijzeling werd na drie weken beëindigd door precisieschutters, mariniers en straaljagers. Zes treinkapers en twee passagiers kwamen om.
"Ik heb het altijd een gruwelijke beslissing gevonden, een grote last om mee te leven", zegt Van Agt daarover. Hoewel hij de achtergrond van de actie nu beter begrijpt, heeft hij er nog altijd geen begrip voor. "De wanhoop, frustratie en het verdriet hadden niet op deze manier tot uiting mogen worden gebracht."
Wel zegt Van Agt in NRC dat als hij óf een van zijn voorgangers beter met de belangen van de Molukkers was omgegaan, die kaping mogelijk nooit had plaatsgevonden. "We hadden als overheid bijvoorbeeld het verlies van inkomsten door dat ontslag voor onze eigen rekening kunnen nemen."
