
Meer studenten gingen op kamers tijdens lockdown
In de jaren 2017 tot 2019 verhuisden jaarlijks rond de 22.000 studenten naar een universiteitsstad om op zichzelf te gaan wonen. In 2020-2021 waren dit er bijna 26.000. Met name Amsterdam en Utrecht waren in trek. Naar Amsterdam gingen 38 procent meer universitaire studenten, in Utrecht was dit 31 procent meer dan in voorgaande jaren.
Voorzitter van de Utrechtse studentenbelangenorganisatie VIDIUS Adil Lachhab ziet een belangrijke verklaring voor de grote trek in de coronapandemie. "Vroeger gingen studenten uit en konden ze altijd ergens terecht, nu zijn ze aangewezen op hun huis."
"Voor de crisis was alles fysiek en konden studenten gewoon uit huis. Ze moesten voor hun lessen naar de stad waar ze studeren en konden elkaar fysiek ontmoeten. Nu is alles digitaal en vanuit huis. Ik denk dat veel studenten meer privacy van hun ouders willen en tegelijkertijd een plek zoeken om zichzelf te ontwikkelen."
Voor het eerst sinds 2016 stijging van aantal studenten dat uit huis gaat
Een andere oorzaak van de toestroom is het hoge slagingspercentage onder vwo-leerlingen in 2020, dat op bijna 100 procent lag. Onder de potentiële studenten kozen velen van hen ervoor om gelijk te gaan studeren, in plaats van bijvoorbeeld een jaar te backpacken.
Van de thuiswonende wo-studenten die in studiejaar 2020-2021 bij een wetenschappelijke opleiding stonden ingeschreven, ging 18,6 procent in 2020 uit huis. Het is voor het eerst sinds 2016 dat het aantal studenten dat uit huis gaat, stijgt.
Lachhab ziet door de toename van uitwonende studenten in Utrecht een nog grotere druk op het kameraanbod ontstaan. "Studenten zijn genoodzaakt tegen hoge prijzen te huren. Er komen steeds meer mensen deze kant op, maar er zijn nog steeds geen concrete plannen om de woningvoorraad voor studenten uit te breiden."