Advocaat: AIVD heeft terrorismegevaar bij Hardi N. zelf gecreëerd
In juni eiste het Openbaar Ministerie (OM) tot twintig jaar cel tegen een groep mannen voor het plannen van een terroristische aanslag. N. wordt gezien als de leider van die groep en hoorde achttien jaar tegen hem eisen.
Gezien de omvang van de zaak kreeg Weening langer de tijd om zijn pleidooi voor te bereiden. De strekking van zijn verhaal was al bekend. Maandag zette hij uitgebreid uiteen waarom volgens hem sprake is van uitlokking.
N. werd in mei 2018 na een tip van de AIVD benaderd door een undercoveragent. Uit de tip zou blijken dat N. plannen had om in Nederland een aanslag te plegen. De geboren Irakees en de medeverdachten werden vier maanden later aangehouden.
Verdachte zegt al in 2015 te zijn benaderd
N. zegt echter in 2015 al te zijn benaderd door Abu Hajar en later door Abu Musab. Hij is ervan overtuigd dat zij agenten van de AIVD waren. Details over dat contact werden door de veiligheidsdienst doorgespeeld aan de politie, aldus Weening.
Daarnaast stelt N. dat hij bij aanvang van het contact nog niet van plan was om een strafbaar feit te plegen, aldus Weening. "Maar al gaande de gesprekken wist Abu Hajar een criminele intentie bij hem te creëren."
Weening heeft dit eerdere malen proberen aan te tonen, maar verzoeken tot nader onderzoek naar de periode voorafgaand aan 2018 werden afgewezen. De advocaat hoopt dat de rechtbank hier alsnog toe besluit, zodat sprake kan zijn van een "eerlijk proces".
Advocaat spreekt van misbruik bevoegdheden
De AIVD heeft in zijn algemeenheid laten weten dat nooit sprake is geweest van uitlokking. Het OM stelt dat de undercoveragent zich niet schuldig heeft gemaakt aan uitlokking.
Volgens Weening gaat het om "misbruik van de bevoegdheden van de AIVD" en leidt dit tot de conclusie dat het OM niet het recht had om N. te vervolgen.
Wanneer de rechtbank uitspraak doet, is nog niet bekend.