
Welke rol speelden slecht weer en zeeschuim bij surfongeluk Scheveningen?
Volg dit verhaal
De overleden surfers, allen mannen uit Den Haag of Delft, raakten rond 18.45 uur in de problemen. Rond dat tijdstip was er ter plaatse sprake van windkracht 7 en kwam de wind uit noordelijke richting.
"De gemiddelde windsnelheid lag daar tussen de 50 en 60 kilometer per uur, windstoten kunnen tot 75 kilometer per uur zijn geweest", aldus Weerplaza-meteoroloog Wilfred Janssen tegen NU.nl.
Janssen spreekt van "een volle windkracht 7" bij Hoek van Holland. Dat is niet uitzonderlijk, een dergelijke wind komt "meerdere keren per jaar" voor. Op andere plekken aan de Nederlandse kust, zoals IJmuiden, was er sprake van "een dikke 6, bijna 7".
Het is onzeker of dat voor verschillende situaties heeft gezorgd tussen Scheveningen en IJmuiden. "Langs de Nederlandse kust heeft de wind vrij spel, tot op het strand. Ik denk dat een gemiddeld persoon het verschil niet eens zou merken."
Volgens burgemeester Johan Remkes waren de slachtoffers allemaal ervaren surfers die de zee "als hun broekzak" kenden. Het KNMI had vanwege "zware windstoten" code geel afgegeven voor kustplaatsen.

Hulpdiensten zoeken naar vermiste watersporters bij Scheveningen
Noordelijke wind hield langer aan bij Scheveningen
De harde wind bij Scheveningen hield wel langer aan dan bij kustplaatsen in de buurt. Toen de wind bij IJmuiden rond 20.00 uur begon af te nemen, bleef bij Scheveningen sprake van windkracht 7.
De wind veranderde gedurende de avond niet plotseling van richting. Dat de wind bijna pal noord was, betekent dat de wind niet parallel aan de kustlijn liep bij Scheveningen.
"Bij IJmuiden waait de wind meer parallel aan de kust. Bij Scheveningen komt de wind meer het land op, omdat de kust daar ietsje gekanteld is. De kustlijn van IJmuiden loopt zuidnoord, die van Scheveningen meer zuidwest, noordoost", aldus Janssen.
Er wordt nog onderzoek gedaan naar hoe de surfers voor de kust in de problemen konden komen en of maatregelen nodig zijn. Daarover maakt Veiligheidsregio Haaglanden volgens Remkes "in de loop van volgende week" meer bekend.
Mogelijk speelde ook zeeschuim een rol
Als een andere mogelijke oorzaak voor het surfongeluk wordt de ophoping van zeeschuim gezien. Zeeschuim is wat in het water overblijft na een bloei van de zogenoemde schuimalg. Schuimalgen komen met name in april en mei regelmatig in de Noordzee voor.
Volgen Katja Philippart, onderzoeker van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ), was op de locatie van het ongeluk veel schuim. Dit kan komen doordat er veel algen waren. Het NIOZ doet hier momenteel onderzoek naar.
Hoe gevaarlijk zeeschuim is voor watersporters is volgens Philippart moeilijk te zeggen. Er wordt gesproken van een ophoping van 3,5 meter zeeschuim ten tijde van het ongeluk. "Voor Nederland is dat extreem veel", zegt Philippart. Het NIOZ is van plan om waarschuwingen te geven aan watersporters als uit onderzoek blijkt dat het zeeschuim inderdaad een rol heeft gespeeld bij het ongeluk.
In de middagpodcast Dit wordt het nieuws praten we met Katja Philippart over het NIOZ-onderzoek. Luister hier naar de podcast.